T6 B4 1HV

B4 Vruchten & zaden
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 183-185
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt in het vruchtbeginsel na bevruchting
  • Je kunt onderdelen van vruchten herkennen, en weet welke delen ze in de bloem zijn geweest
Huiswerk T6 B4
Opdr. 1 t/m 7, 3k
OF Uitdaging
Opdr. 4 t/m 9
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B4 Vruchten & zaden
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 183-185
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt in het vruchtbeginsel na bevruchting
  • Je kunt onderdelen van vruchten herkennen, en weet welke delen ze in de bloem zijn geweest
Huiswerk T6 B4
Opdr. 1 t/m 7, 3k
OF Uitdaging
Opdr. 4 t/m 9

Slide 1 - Slide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf

Slide 2 - Slide

Hoe wordt het versmelten van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscel genoemd?
A
Groei
B
Verspreiding
C
Bevruchting
D
Bestuiving

Slide 3 - Quiz

Wat kom je tegen in de celkern van een bevruchte eicel?
A
Alleen mannelijke chromosomen.
B
Alleen vrouwelijke chromosomen.
C
Geen chromosomen.
D
De chromosomen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscel.

Slide 4 - Quiz

Wat ontstaat uit de bevruchte eicel?
A
Een kiem
B
Een zaadbeginsel
C
Een stuifmeelbuis
D
Een zaad

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er als de eicel in een zaadbeginsel niet wordt bevrucht?
A
De eicel groeit uit tot een kiem
B
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een zaad
C
Het zaadbeginsel groeit uit tot een zaad
D
Het zaadbeginsel groeit niet uit tot een zaad

Slide 6 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
vruchtbeginsel wordt vrucht
eicel wordt kiem
zaadbeginsel wordt zaad
bestuiving
stuifmeel wordt meegenomen
bevruchting
stuifmeel maakt stuifmeelbuis
stuifmeel wordt gemaakt

Slide 7 - Drag question

Na bevruchting
  • Bevruchte eicellen worden een kiem
  • Zaadbeginsels met bevruchte eicellen veranderen in zaden
  • Andere zaadbeginsels verschrompelen
  • Vruchtbeginsel groeit                      uit tot vrucht 
De kiem is een klein babyplantje dat zich in een zaad bevindt
dit zaadbeginsel is nog niet bevrucht
dit zaadbeginsel wordt bijna bevrucht.

Slide 8 - Slide

1

Slide 9 - Video

02:00-02:10
1 zaadje met pluisje = 1 vrucht

Slide 10 - Slide

In de afbeelding zie je een dwarsdoorsnede van een druif.
Hoeveel bevruchtingen zijn in de bloem van deze druif voorgekomen? (getal)

Slide 11 - Open question

In de afbeelding zie je een dwarsdoorsnede van een druif.
Hoeveel bestuivingen zijn minimaal in de bloem van deze druif voorgekomen? (getal)

Slide 12 - Open question

Vrucht met vruchtvlees
Peulvrucht
Vruchtvlees ontstaat uit het vruchtbeginsel of de bloembodem. 
Het is een voedzaam deel van de vrucht
Het vruchtbeginsel vormt een, langwerpig omhulsel, peul. hierin zitten de zaden

Slide 13 - Slide

Wat bevat reservevoedsel voor het kiemplantje?
A
de stuifmeelkorrel
B
de bloembodem
C
het vruchtvlees
D
het zaad

Slide 14 - Quiz

Zaden kunnen het vruchtvlees niet gebruiken.
Wat is het nut van dit vruchtvlees?

Slide 15 - Open question

Bij welk van deze vruchten/groentes eet je (alleen) de zaden van de plant?
A
Aardbei
B
Boon
C
Banaan
D
Ananas

Slide 16 - Quiz

1e keuze: + OF Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien





2e en 3e keuze: Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien



4e en 5e: draaien 

Slide 17 - Slide

Ga aan de slag met: T6 B4
  • Blz. 183 t/m 189
  • Opdr. 1 t/m 7, 3k
OF Uitdaging
  • Opdr. 4 t/m 9

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 18 - Slide

Ga aan de slag met: T6 B4
  • Blz. 183 t/m 189
  • Opdr. 1 t/m 7, 3k
OF Uitdaging
  • Opdr. 4 t/m 9

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 19 - Slide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Tafels leeg en recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval

Slide 20 - Slide