This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Tijdvak 7 Tijd van Pruiken en Revoluties Tijdvak 8 Tijd van Burgers en Stoommachines
23. Het streven van vorsten naar absolute macht 26. Wetenschappelijke revolutie 27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen 28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Slide 2 - Slide
Wat is Verlichting? > 'Durf te denken' (Kant, 1724-1804)
Komt voort uit de wetenschappelijke revolutie die weer geactiveerd wel door:
Humanisme, ontdekkingsreizen en vooruitgang ambachten
Kennis van klassieke inzichten +
nieuwe inzichten door
kennis op grond van zintuiglijke waarneming:
empirisme
Maar: in hoeverre zijn onze zintuigen te vertrouwen?
Wat zien we hier? >>>>
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is Verlichting?
naast rationalisme(René Descartes, 'Je pens donc je suis') =
kennis op grond van logisch en verstandelijk redeneren, op grond van aangeboren ideeën.
ook: empirisme (John Locke)=
enige betrouwbare bron is waarneming en experimenteren, en 'Kennis is veranderlijk'.
Gevolg: het ontstaan van het 'Verlichte denken':
- rationeel optimisme en vooruitgangsdenken
- verstand en rede ipv traditie, bijgeloof en dogma's > 'durf te denken'
allerlei zaken in de samenleving worden ter discussie gesteld o.a
geloof, bestuur en sociaaleconomische ordening van de samenleving >
Basis voor dedemocratische revoluties in Amerika en Frankrijk.
Slide 10 - Slide
HC 2.1: De Verlichting (1650 -1789)
Hoofdvraag: Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving?
Kenmerkende aspecten:
23. Het streven van vorsten naar absolute macht
26. Wetenschappelijke revolutie
27. Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28. Voortbestaan van 'ancien régime' met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse, verlichte wijze vorm geven (verlicht absolutisme)
Gevolg: debat over rol godsdienst in de samenleving
Slide 12 - Slide
Enkele belangrijke Verlichte denkers:
John Locke Montesquieu Rousseau Adam Smith
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
John Locke (1632-1704):
Mens is een 'tabula rasa' =
een onbeschreven blad > gelijkheidsideaal
Mens heeft natuurrechten:
recht op leven, bezit en vrijheid >
volk vormt politieke gemeenschap
staat macht af aan parlement/vorst
moet hiervoor garant staan voor rechten
'sociaal contract', maar:
volk heeft 'recht op verzet'
legde basis voor 'scheiding der machten'
Slide 15 - Slide
Montesquieu: Trias Politica
Slide 16 - Slide
In de video heb je gehoord welke rol de Trias Politica heeft gespeeld in de tot stand koning van de Amerikaanse grondwet.
Beargumenteer waarom de volgende stelling onjuist is:
Slide 17 - Slide
Stelling: de 'trias politica' is in Nederland geheel overgenomen
Slide 18 - Mind map
Kritiek op de ordening in de samenleving
Verlichte denkers waren tegen de standenmaatschappij:
ipv erfelijke rechten en religieuze ideeën: natuurrechten o.a
recht op vrijheid, leven en bezit
'Droit Divin' werd verworpen
pas eind 18e eeuw idee van universele vrijheid / volledige gelijkheid >
minder gericht op de ratio,
meer vanuit het gevoel > romantiek >
Rousseau
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Rousseau (1712-1778):
Mens van oorsprong 'Edele Wilde'.
De mens is van nature goed
Beschaving heeft gezorgd voor ongelijkheid
algemene wil leidend: sociaal contract >
'de regering uitvoerder gezamenlijke wil'
permanente volkssoevereiniteit >
directe democratie
inspirator Franse Revolutie (Robespierre)
Aartsvader 'Romantiek'.
Slide 21 - Slide
Rouseau en Locke gebruikten allebei het sociaal contract, maar verschilden wezenlijk van elkaar met de uitvoering daarvan. 2p Leg uit waarin Locke's kijk op het sociaal contract verschilt met die van Rousseau.
Slide 22 - Open question
Adam Smith:
nadruk op de economie
tegenstander van mercantilisme >
bepleitte:
- vrijhandel en marktwerking
- weinig overheidsinvloed
rationeel eigenbelang geeft welvaart >
en dient daarmee algemeen belang
Slide 23 - Slide
Verspreiding van de idealen van de Verlichting:
'salons' en koffiehuizen
'Encyclopédie'
briefwisselingen en boeken
Natuurkundige genootschappen
Tijdschriften
Slide 24 - Slide
Verlicht absolutisme:
I. Frederik II de Grote van Pruisen
poging van vorsten om:
absolutisme te continuëren en:
verlicht denken te implementeren.
o.a. Frederik II de Grote van Pruisen (1712/1740 - 1786):
eerste dienaar van de staat'
Voltaire aan het hof
afschaffen lijfstraffen
verbeteren onderwijs
introductie aardappel
droogleggen moerassen
godsdienstige verdraagzaamheid
'Alles voor het volk, niets door het volk'
wel bleef lijfeigenschap bestaan
Slide 25 - Slide
Verlicht absolutisme
Slide 26 - Slide
II. Keizer Josef II van Oostenrijk
(1741/1765 - 1790)
streefde naar centralisatie maar:
lijfeigenschap afgeschaft
kerk ondergeschikt gemaakt aan de staat o.a:
seminaries opgegaan in staatsscholen
bedevaartsplaatsen gesloten
godsdienstvrijheid (1781)
burgerlijk huwelijk ingevoerd
rechtspraak hervormd (1787)
Slide 27 - Slide
III. Catharina de Grote van Rusland
(1729/1762 - 1796)
intellectueel (Voltaire: de ster van het noorden'))
door een staatsgreep aan de macht
onderwijs bevorderd, Smolny-instituut voor meisjes
vaccinatie tegen pokken
toch: lijfeigenschap bleef en geen kritiek mogelijk
Franse Revolutie was een schok >
vrijheid van meningsuiting ingetrokken
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Maatregel pas wel bij een verlicht absoluut vorst
Maatregel past niet bij een verlicht absoluut vorst
De vorst verhoogt de belasting op grond en gebouwen; de kerk hoeft deze belasting niet te betalen:
De vorst benoemt John, de zoon van een timmerman, tot kapitein in het leger vanwege zijn kwaliteiten
Om overstromingen in de toekomst te voorkomen, richt de vorst een instituut van waterbouwkunde op
De vorst besluit dat burgers in steden met meer dan 10.000 inwoners hun eigen bestuur mogen kiezen