A2 - week 47- Lezen H2 - les 1 en 2 en 3

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit
kti@jfc.nl

Let op: 
Leg je leesboek en je laptop (dicht) op tafel
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Knuit
kti@jfc.nl

Let op: 
Leg je leesboek en je laptop (dicht) op tafel

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2: lezen
timer
5:00

Slide 2 - Slide

Hoe vonden jullie het onderdeel grammatica?

Slide 3 - Slide

- Lezen h2
- formatieve toets grammatica 
- aan het werk

Let op: 
Toetsdatum bekend: maandag 5 december
Toetsstof veranderd: alleen lezen H2
Let op: 
So-datum veranderen we en gaat dan over spelling en woordenschat H2. Datum in overleg, ergens in week 12 december.

Doel: 
- Je kent drie nieuwe tekstverbanden en kunt de bijbehorende signaalwoorden noemen
- Je kunt in een tekst aangeven welk tekstverband er gebruikt wordt. 
Vandaag in de les:

Slide 4 - Slide

A.  De weg is spiegelglad. Daarom lopen de kinderen heel voorzichtig naar school.

B.  De weg is spiegelglad. Daardoor gaan veel fietsers op de brug onderuit.

C. Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daarom doet Max oordoppen in.

D.  Max' buurjongen is fanatiek aan het drummen. Daardoor kunnen ze elkaar bij Max thuis niet verstaan.

Deze vier zinnen lijken heel erg op elkaar. Maar toch zit er een groot verschil tussen A en B  & C en D.  Wat? 













Lezen H2 - tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden.

Lezen H2
Concluderend
dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend, al met al, het blijkt dat, dan ook
Redengevend: is altijd een keuze van iemand
omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is, vanwege
Oorzakelijk: gebeurt buiten je wil om 
doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij
Vergelijkend 
in vergelijking met, (net) als, evenals, zoals, meer/groter/beter dan, vergeleken met

Slide 6 - Slide

Lezen De Brug (blz 256 herhaling)
opsomming
om te beginnen, ook, bovendien, en, daarnaast, vervolgens, verder, ten slotte
tegenstelling
maar, toch, echter, desondanks, aan de ene kant, andere kant, daar staat tegenover
tijd (chronologie)  
eerst, daarna, dan, toen, eens, vroeger, nu, ooit, later, voordat, nadat, uiteindelijk
voorbeeld
zo, bijvoorbeeld, neem nou, zoals
samenvatting
al met al, samengevat,
voorwaarde
als..dan, indien, tenzij, wanneer

Slide 7 - Slide

Wat:  lezen H2 - opdracht 1
Wanneer: Deze les
Waar moet je op letten: Werk heel netjes en raffel het niet af - leer jezelf aan om complete antwoorden te geven. 

Ben je klaar? Kijk de opdracht na! 
Aan de slag:

Slide 8 - Slide

Wat is een tekstverband?

Slide 9 - Open question

Concluderend tekstverband
Redengevend tekstverband
Oorzakelijk verband
Dus
Daarom
Dat houdt in
Omdat
daardoor
want
Doordat
het gevolg is
dankzij

Slide 10 - Drag question

Hoe omschrijf je een redengevend verband het beste?
A
Dit verband geeft aan waardoor iets gebeurt.
B
Dit verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
C
Dit doet iemand heel bewust
D
Dit gebeurt buiten iemands wil

Slide 11 - Quiz

Hoe omschrijf je een oorzakelijk verband het beste?
A
Dit verband geeft aan waardoor iets gebeurt.
B
Dit verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
C
Dit doet iemand heel bewust
D
Dit gebeurt buiten iemands wil

Slide 12 - Quiz

Welk tekstverband herken je in alinea 1? Schrijf ook het signaalwoord op. 
Welke herken je in alinea 3? Schrijf ook de signaalwoorden op. 

Slide 13 - Slide

Wat:  lezen H2 - opdracht 2 & 4
Wanneer: Deze les
Waar moet je op letten: Werk heel netjes en raffel het niet af - leer jezelf aan om complete antwoorden te geven. 

Ben je klaar? Kijk de opdrachten na! 
Aan de slag:

Slide 14 - Slide

We maken klassikaal opdracht 5 van h2. 

Daarna mag je kiezen. Je mag of de opdrachten van h2 lezen afmaken. Je mag zachtjes overleggen. 

Of je gaat samen met mij zinnen ontleden. Daarin werden namelijk veel fouten gemaakt op de toets. Wie dat wil, komt in de middelste rij vooraan zitten. 
Aan de slag:

Slide 15 - Slide

Wat:  lezen H2 - opdracht 1
Ben je klaar? Dan ga je door met de volgende opdracht 2, 3 en 4. 

Je werkt in stilte! 

Ben je klaar? Kijk de opdracht na! 
Stil aan het werk 
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Totaal: 65 punten
Vanaf 75% goed, heb je een voldoende. 
Dat is 49 punten. 

BELANGRIJK:
> een zinsdeel kan nooit 2 keer voorkomen
> maak eerst zinsdelen voor je ze gaat indelen. Zet streepjes, zo weet je dat je nooit iets vergeet
> in een zin komt OF een WG voor OF een NG (nooit beide)  

Grammatica: formatieve toets

Slide 17 - Slide

1. Verdeel de zin in zinsdelen
2. Benoem de zinsdelen
3. Benoem de woordsoorten 
De vrouw met de goudgele haren heeft de poster opgehangen in klaslokaal 110. 

Slide 18 - Slide

Op je toets staat welke onderdelen je extra moet oefenen. 
Ik wil dat iedereen voor volgende week thuis opdrachten maakt

Zinsontleding: opdracht A, B en C + 1 opdracht van de onderwerpen die op je blaadje staan. 
Woordsoorten: extra oefenblad op It's Learning 

In de les controleer ik of je het hebt gemaakt. Daarna gaan we het nakijken.


Extra opdrachten voor do 2 december: grammatica 

Slide 19 - Slide

Met dezelfde onderdelen:

Je moet een zin kunnen ontleden in zinsdelen.
Je moet de juiste zinsdelen benoemen. 
Je kunt woordsoorten benoemen. 
Je kunt hoofdzinnen en bijzinnen onderscheiden.

Na de toets H2 gaan we ook verder met het oefenen van grammatica in de les. 
In week 51 volgt voor iedereen een nieuwe formatieve toets: kan je het beter?

Slide 20 - Slide

Maandag 5 december: toets H2 lezen 
Week van 12 december: so H2 woordenschat + spelling (nog in te plannen welke dag)
Week van 19 december: herhaling formatieve toets grammatica
Overzicht 

Slide 21 - Slide

Tijd over? Ga verder met de opdrachten van H2 lezen (dat hoort bij je weektaak) 
Aan de slag

Slide 22 - Slide