Lezen les 1 tot en met 3

Leg klaar
Leesboek
Leerwerkboek deel A pagina 26
Schrift / pen
Les 1

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leg klaar
Leesboek
Leerwerkboek deel A pagina 26
Schrift / pen
Les 1

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van de les heb je 
een deel van de theorie van lezen opgehaald.

Slide 3 - Slide

1.3 lezen (p. 22)
Wat weet je nog?

Slide 4 - Slide

Opdracht 1b
  • Geef antwoord op de 25 vragen.
  • Je mag overleggen in duo's.
  • Na 5 minuten klassikaal vragen via rad. 
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Antwoorden op vraag 1b

Slide 6 - Slide

Huiswerk?

Opdrachten 1.3 : 2, 4, 
markeer signaalwoorden in tekst 1,
ga verder met 5, 6, 7

Slide 7 - Slide

1.3 leerdoelen
  • Wat is een artikel?
  • Benoem onderwerp / hoofdgedachte
  • Opbouw alinea
  • Functies inleiding en slot
  • Herkennen tekstverbanden
Waarom?
Middelen om tekst beter te begrijpen

Slide 8 - Slide

Vergelijking schrijven
Je houdt een bepaalde structuur / opbouw aan.

Nieuwsbericht: 
  • Lead wie, wat, waar, wanneer
  • waarom
  • hoe

Slide 9 - Slide

Verklaringsstructuur

Inleiding: Welk verschijnsel wordt behandeld?
Kern: Wat zijn redenen/oorzaken/verklaringen?
Slot: Welke verklaring is het belangrijkst / meest waarschijnlijk?

Slide 10 - Slide

Voor- en nadelenstructuur

Inleiding: Wat wordt beoordeeld?
Kern: Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?
Slot: Wat is de conclusie?

Slide 11 - Slide

Probleem-oplossingsstructuur

- Inleiding: Wat is het probleem?
- Kern: Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?
- Slot: Welke oplossing(en) noemt de tekst?

Slide 12 - Slide

Geen structuur

- Wat is het onderwerp?
- Wat zijn de deelonderwerpen en wat wordt erover gezegd?

Slide 13 - Slide

Opbouw alinea: kernzin p. 27/28
De opwarming van de aarde heeft ten eerste een slechte invloed op de natuur. Dier- en plantensoorten sterven bijvoorbeeld uit. Bovendien is het ook slecht voor de gezondheid van de mens, nu de lucht steeds smeriger wordt. Daarom vind ik dat de overheid snel actie moet ondernemen om opwarming tegen te gaan.

Slide 14 - Slide

Tekstopbouw: inleiding (p. 29)
- aandacht trekken 
- het onderwerp benoemen of omschrijven
- de aanleiding noemen
- de centrale vraag stellen 
- een mening geven
- een samenvatting geven 
- persoon/personen introduceren

Slide 15 - Slide

Tekstopbouw: slot (p. 29)
- conclusie of samenvatting
- advies of waarschuwing
- toekomstverwachting

Overzicht signaalwoorden op pagina 232.

Slide 16 - Slide

Aan de slag 1.3
Werk in je leerwerkboek en schrift.
Kijk steeds zelf na. Verbeter met een andere kleur.

Opdrachten: weektaak af?
Deze week werken we aan: 8, 9, 11, 13, 15, 16, 17 en 18.
Markeer van tekst 2 weer alle signaalwoorden. 

Slide 17 - Slide

Je kent/herkent/kunt benoemen:
  • kenmerken artikel/uiteenzetting
  • tekststructuren
  • alinea / kernzin
  • onderwerp en hoofdgedachte
  • tekstopbouw inleiding / slot

Slide 18 - Slide

Over welk punt wil
je meer uitleg?

Slide 19 - Mind map

Leg klaar
Leesboek
Leerwerkboek deel A
Schrift / pen
Les 2

Slide 20 - Slide

timer
10:00

Slide 21 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van de les heb je 
deel twee van de theorie van lezen opgehaald.

Slide 22 - Slide

Verkennend lezen (p. 251)
Vanaf nu ook elke eerste zin van alle alinea's.

Slide 23 - Slide

Nauwkeurig lezen (p. 251)






Onderwerp, tekstsoort, tekstdoel, opbouw, bron/schrijver.

Slide 24 - Slide

Tekstdoel, -soort en tekstvorm (253)






Tekstdoel is altijd een werkwoord. De schrijver wil je...
tekstdoel
uitleg
tekstsoort
vorm
informeren
de lezer informatie geven
informerende tekst
verslag
overtuigen
de lezer overtuigen (mening)
betogende tekst
boekbespreking
activeren
de lezer iets laten doen
activerende tekst
advertentie
amuseren
de lezer vermaken
amuserende tekst
stripboek

Slide 25 - Slide

Verschillen
onderwerp
hoofdgedachte
vinden met verkennend lezen
vinden met nauwkeurig lezen
titel / inleiding
inleiding en/of slot
een woord of paar woorden
een hele zin
let op: geen vraagzin!
waar de tekst over gaat
wat de schrijver over het onderwerp wil vertellen

Slide 26 - Slide

Tekstverbanden (p. 31)

Slide 27 - Slide

Oorzaak en gevolg
geeft aan wat er gebeurde en wat het gevolg was

Doordat mijn zus veel te lang onder de douche stond, 
waren we te laat in het restaurant.

  • Oorzaak: 
  • Gevolg: 

Slide 28 - Slide

Oorzaak en gevolg
geeft aan wat er gebeurde en wat het gevolg was

Doordat mijn zus veel te lang onder de douche stond, 
waren we te laat in het restaurant.

  • Oorzaak: Mijn zus stond te lang onder de douche.
  • Gevolg: We waren te laat in het restaurant.

Slide 29 - Slide

Middel en doel
geeft aan wat nodig is om het doel te behalen

Om de eindronde te bereiken, zullen we de komende twee wedstrijden echt moeten winnen.

  • Middel:
  • Doel:

Slide 30 - Slide

Middel en doel
geeft aan wat nodig is om het doel te behalen

Om de eindronde te bereiken, zullen we de komende twee wedstrijden echt moeten winnen.

  • Middel: komende twee wedstrijden winnen
  • Doel: de eindronde bereiken

Slide 31 - Slide

Aan de slag 1.3
Werk in je leerwerkboek en schrift.
Kijk steeds zelf na. Verbeter met een andere kleur.

Opdrachten: 2, 4, 5, 6, 7 markeer signaalwoorden tekst 1.
Deze week werken we aan: 8, 9, 11, 13, 15, 16, 17 en 18.
Markeer van tekst 2 weer alle signaalwoorden. 

Slide 32 - Slide

Je kent/herkent/kunt benoemen:
  • leesstrategieën
  • tekstdoelen, -soorten, -vormen 
  • verschil onderwerp en hoofdgedachte
  • soorten tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 33 - Slide

Over welk punt wil
je meer uitleg?

Slide 34 - Mind map