Hoofdletters (zonder punten): namen van bedrijven, organisaties en landen.
voorbeeld: NCRV (Nederlandse Christelijke Radio Vereniging)
Kleine letters (mét punten): woorden die je volledig uitspreekt waar de afkorting voor staat.
voorbeeld: z.s.m. (zo spoedig mogelijk)
Kleine letters (zonder punten): de afkorting spreek je letter voor letter uit.
voorbeeld: tv (televisie)