Oefentoets hoofdstuk 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat betekent:
Overeenkomst

1. afspraak
2. domheid
3. geduldig
4. nauwkeurig

Bij welke woorden vind je de betekenis door naar de woorddelen te kijken?

1. bedrijf
2. kostbaar
3. ozonlaag
4. mislukken

Welke uitleg met betrekking tot het meewerkend voorwerp past het best bij de werkwoord ‘ademen’, ‘geeuwen’, ‘toesturen’ en ‘vragen’?

1. De werkwoorden inschenken en meebrengen geven niet aan voor wie iets bestemd is.
2. De werkwoorden rennen en lopen geven niet aan voor wie iets bestemd is.

Wat is het meewerkend voorwerp:
De burgemeester gaat de lintjes uitreiken aan de heldhaftige jongens.

Een voorzetsel geeft vaak een plaats, tijd of reden/oorzaak aan.

1. Juist
2. Onjuist

Benoem de voorzetsels
Het protest tegen de regering houdt verband met de wet over de pensioenen.

Wat is de overtreffende trap van spannend?

Is jouw neef even oud

1. dan ik
2. als ik

Noteer de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes.
Door vrijwilligers werd de […] (vervuilen) kantine volledig […] (opruimen).