2.1 Moleculen en atomen (les 5)

H2 Chemische reacties

H2.1 Moleculen en atomen les 5

1 / 41
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Chemische reacties

H2.1 Moleculen en atomen les 5

Slide 1 - Slide

deze les
  • mini-SO elementen (10 min) 
  • formules van elementen en verbindingen
  • systematische naamgeving

Slide 2 - Slide

miniSO
  • maak je tafel leeg
  • alleen een pen op tafel
  • laat blaadje omgekeerd liggen tot SO start
  • als tijd om is direct pennen neer 
  • één persoon komt werk per tafel inleveren
timer
7:00
staat je naam op je blaadje?

Slide 3 - Slide

Pak je spullen
  • laptop - ga naar LessonUp
  • schrift + pen
  • boek

Slide 4 - Slide

vorige les: aangepast deeltjesmodel

Slide 5 - Slide

Deze les: hoe kun je aan de naam van de stof zien uit welke atomen de moleculen zijn opgebouwd?
naam ?

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan de formule geven van een element.
  • Je kan de formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam.

Slide 7 - Slide

de molecuulformule
 laat zien hoeveel atomen er van elke soort aanwezig zijn



 
     

WEET JE HET NOG?                        

Slide 8 - Slide

Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
NH3
B
N3H
C
N3H
D
3NH

Slide 9 - Quiz

Noteer deze tekening in molecuulformules
C
O
O
C
C
C
C
O
O
O
O
O
O
O
O

Slide 10 - Slide

Hoe zie je het verschil? 
formules van moleculen 
(micro-niveau)
formules van stoffen (macro-niveau)

Slide 11 - Slide

micro


een watermolecuul heeft de formule              H2O
macro


de stof water heeft de formule
                         H2O (l)
(l) is een faseaanduiding

Slide 12 - Slide

micro

een suikermolecuul heeft de formule
C12H22O11

een koolstofatoom heeft de formule
C

    een koperatoom heeft de formule 
Cu
macro

de stof suiker heeft de formule
C12H22O11 (s)

de stof koolstof heeft de formule
C (s)

de stof koper heeft de formule 
Cu (s)
C
Cu
BIJVOORBEELD

Slide 13 - Slide

Aan de moleculen kan je ook zien of het gaat om een element,  een verbinding of een mengsel.
Element
Verbinding

Slide 14 - Slide

In deze afbeelding zie je
A
een mengsel
B
een zuivere stof

Slide 15 - Quiz

WEET JE HET NOG?                           NOTEER & LEER

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Verbinding
Element
C (s)
Fe (s)
P (s)
Cl2 (g)
He (g)
H2 (g)
O2 (g)
H2O(l)
CO2 (g)
HBr (g)
SCl2 (g)
C3H8 (g)
NH3 (g)

Slide 18 - Drag question

formules van elementen
er zijn 7 stoffen waarvan de moleculen uit 2 dezelfde atomen bestaan:
      Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Breda

LEER!
H2.1 tabel 2
Cl2
F2
I2
H2
O2
N2
Br2

Slide 19 - Slide

Formules van elementen
Samenvatting
De namen en formules uit deze tabel moet je uit je hoofd leren!

Slide 20 - Slide

Namen van verbindingen
  • triviale namen  =                             H2.1 TABEL 3 
 je kunt aan de naam niet zien welke atomen erin zitten                                   
LEER UIT JE HOOFD

Slide 21 - Slide

Formules van verbindingen met triviale namen
Enkele veelvoorkomende stoffen hebben naast een systematische naam ook nog een alledaagse, triviale naam. Zo noem je H2O meestal water en niet diwaterstofoxide.


Leer deze namen en formules uit je hoofd:


Slide 22 - Slide

Namen van verbindingen
 systematische namen                      H2.1 TABEL 4
1. je ziet welke atomen erin zitten >  ...ide                       
LEER UIT JE HOOFD

Slide 23 - Slide

voorbeeld
1. je ziet welke atomen erin zitten >  ...ide      
  • CuO = koperatomen en zuurstofatomen > koperoxide
  • AgBr = zilveratomen en broomatomen > ................
  • uit welke atomen bestaat ijzersulfide? 

Slide 24 - Slide

Namen van verbindingen
 systematische namen                      H2.1 TABEL 5
1. je ziet welke atomen erin zitten >  ...ide  
2. je ziet hoeveel atomen erin zitten > telwoord                     
LEER UIT JE HOOFD

Slide 25 - Slide

voorbeeld
 2. je ziet hoeveel atomen erin zitten > telwoorden  
  • N2O4 = 2x stikstofatoom + 4x zuurstofatoom 
  •                                  distikstoftetraoxide

Slide 26 - Slide

LET OP:                         noteer
               N2O4                   = 2x stikstofatoom + 4x zuurstofatoom 
                                  

               distikstoftetraoxide
N2O4
de index staat ACHTER het atoom in de formule
een telwoord staat VOOR het atoom in de naam

Slide 27 - Slide

De formule of de naam afleiden van 
een verbinding
Er zijn miljarden stoffen met moleculen die uit twee of meer atoomsoorten bestaan. Het is niet handig daar allemaal losse namen voor te hebben.

Scheikundigen geven daarom een systematische naam aan moleculen van ontleedbare stoffen. Over de hele wereld worden daar dezelfde regels voor gebruikt.

Slide 28 - Slide

De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam 
Voorbeeld:



Je ziet dat in de systematische naam 
Griekse telwoorden gebruikt. 
De eerste acht moet je kennen: 

Slide 29 - Slide

De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam. 

Stappenplan:
  1. Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
  2. Zet de nummers van de Griekse telwoorden, die in de naam voor de atoomsoort staan, achter het symbool van deze atoomsoort. Noteer de nummers als index.
  3. De laatste lettergreep van de naam is vaak -de.
  4. Zet de fase achter de formule.


Slide 30 - Slide

Wat is de formule van Stikstofdioxide
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2

Slide 31 - Quiz

Wat is de formule van Zwaveldichloride
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl

Slide 32 - Quiz

Wat is de formule van fosforpentabromide
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br

Slide 33 - Quiz

De systematische naam geven bij een formule
Stappenplan:
  1. Noteer de namen van de symbolen met ruimte om er een telwoord voor te schrijven.
  2. Noteer het Griekse telwoord van elke index voor de bijbehorende atoomsoort. Van de telwoorden tetra, penta en hexa mag je de laatste a weglaten. 
  3. Zet de uitgang -de achter de laatste atoomsoort. 

Slide 34 - Slide

Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof

Slide 35 - Quiz

Wat is de systematische naam van
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride

Slide 36 - Quiz

Formules van verbindingen 
Samenvatting. 
Leer de Griekse telwoorden uit je hoofd.

Voorbeelden van systematische namen:

Slide 37 - Slide

Deze les geleerd

  • element = een molecuul dat bestaat uit één atoomsoort.
  • verbinding = een molecuul dat bestaat uit meerdere atoomsoorten. 
  • Je kan de formule geven van een een element.
  • Je kan de formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam.

Slide 38 - Slide

eigen werk
leer uit je hoofd: tabel 1 tm 5 van H2.1
maak: H2.1 opgave 5 tm 8 in je boek (niet online)
kijk na (ELO > studiewijzer > scheikunde)

Slide 39 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 40 - Open question

Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 41 - Open question