20180312 grammatica + argumenteren

Zinsdelen
bijvoeglijke bepaling
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zinsdelen
bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Slide

Programma

Quiz over zinsdelen

(korte) uitleg bijvoeglijke bepaling

Zelfstandig werken

(korte) uitleg samengestelde zin

Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Je weet wat een bijvoeglijke bepaling is.

Je kent en herkent het verschil tussen een nevenschikkende samengestelde zin en een onderschikkende samengestelde zin.

Slide 3 - Slide

Ze waarschuwden hem niet op tijd.

hem =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Onze hond werd door een fietser aangereden.
Wat is het gezegde?
A
werd (wwg)
B
werd aangereden (wwg)
C
werd door een fietser aangereden (nwg)

Slide 5 - Quiz

Onze hond werd door een fietser aangereden.
Wat is 'onze hond'?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Onze hond werd door een fietser aangereden.
Wat is 'door een fietser'?
A
lijdend voorwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
meewerkend voorwerp

Slide 7 - Quiz

Gisteren werd ik door een andere hardloper ingehaald op de atletiekbaan.

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in de zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 8 - Quiz

De bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?
Let op: het is niet een zelfstandig zinsdeel!

Slide 9 - Slide

voorbeeld
Een prachtige bungalow 
Het derde huis vanaf de hoek 
Het boek van Jan 
Levende talen 
De kapotte lantaarnpaal op de hoek van de straat  

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 19 en 20 (hoofdstuk 1.4)
10 minuten
Klaar? Ga dan verder met de weekplanner.

Slide 11 - Slide

Enkelvoudige zin
Hij heeft deze garnalen gegeten.

Slide 12 - Slide

Enkelvoudige zin
Hij heeft deze garnalen gegeten.

Slide 13 - Slide

Samengestelde zin
Wie deze garnalen had gegeten, kreeg diezelfde avond hevige buikkrampen.

Slide 14 - Slide

Samengestelde zin
Wie deze garnalen had gegeten, kreeg diezelfde avond hevige buikkrampen.
Kreeg wie deze garnalen had gegeten diezelfde avond hevige buikkrampen?

Slide 15 - Slide

Ontleden op 2 niveaus
1e niveau (hoofdzin)
2e niveau (bijzin)

Slide 16 - Slide

Oefening
Ontleed deze zin:

Wie deze garnalen had gegeten, kreeg diezelfde avond hevige buikkrampen.

Slide 17 - Slide

Oefening
Ontleed deze zin:

| Wie deze garnalen had gegeten, | kreeg | diezelfde avond | hevige buikkrampen. |

Slide 18 - Slide

nevenschikking/onderschikking
Nevenschikkend   2 of meer hoofdzinnen naast elkaar
                                      o en pv staan naast elkaar in beide zinnen
Onderschikkend    hoofdzin en bijzin
                                       Bijzin: o en pv staan uit elkaar
                                       bijzin heeft een functie (onderwerp, lv, enz.)

Slide 19 - Slide

voorbeelden
WIDM 2018 is afgelopen en we weten eindelijk wie de mol is.
Jan was de mol, maar dat wist Olcay niet.
Ruben was de winnaar, want hij wist het wel.
Jan was een heel goede mol, of de rest lette niet op.

Slide 20 - Slide

voorbeelden (2)

Omdat Jan steeds de leiding nam, heeft niemand hem verdacht.

Toen Jan eindelijk mocht zeggen dat hij het was, viel Olcay haar mond open van verbazing.

Ruben wist dat Jan de mol was.

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdrachten 1, 2 en 3 (hoofdstuk 2.4)

Slide 22 - Slide