Kostprijs (4.4)

Binnen = beginnen!
Jassen uit
tassen op de grond
Log in op lesson.up

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Binnen = beginnen!
Jassen uit
tassen op de grond
Log in op lesson.up

Slide 1 - Slide

Planning: 

- Herhaling vorige les
- Uitleg nieuwe stof
- Aan de slag met de opdracht. 

Slide 2 - Slide

Wat voor een kosten zijn inkoopkosten?
A
Indirecte kosten
B
Directe kosten

Slide 3 - Quiz

Wat zijn directe kosten?
A
Kosten waarvan je weet dat ze bij het product horen
B
Kosten die bij meerdere producten horen

Slide 4 - Quiz

Waar vallen de kosten voor de receptie onder?
A
Indirecte kosten
B
Directe kosten

Slide 5 - Quiz

Enkelvoudige opslagmethode
Dit betekend dat je een vast percentage neemt om je indirecte door te kunnen berekenen in het product. 


Opslagpercentage = totale indirecte kosten / totale directe kosten x 100

Slide 6 - Slide

Je kan kosten ook op een andere manier onderverdelen!

Slide 7 - Slide

Wat zijn de Constante kosten
van een bedrijf?

Slide 8 - Mind map

Constante kosten
- Blijven altijd het zelfde
- Je weet dus van te voren hoeveel deze zijn 
- Niet afhankelijk van hoeveel gemaakt worden


- Bijvoorbeeld huur- of personeelskosten. 

Slide 9 - Slide

Constante kosten per artikel
Normale product = gemiddelde productie

Hoeveel produceren we gemiddeld
 

Slide 10 - Slide

Constante kosten per artikel
Normale product = gemiddelde productie

 Constante kosten / Normale productie = 
NC

Slide 11 - Slide

Variabele kosten
- Blijven niet gelijk
- Stijgen als bedrijf meer producten maak. 
-Dalen als bedrijf minder producten maak

Bijvoorbeeld inkoopkosten en vrachtkosten

Slide 12 - Slide

Variabele kosten per artikel
werkelijk productie
(hoeveel er echt geproduceerd zijn in die periode)

= totale variabele kosten / werkelijke productie = 
WV

Slide 13 - Slide

Zijn er tot zover vragen?

Slide 14 - Open question

en nu ....
Kader: meedoen met de les

Basis: Maken opgave 4G online
of afmaken excel/examen opdracht

Slide 15 - Slide

Integrale Kostprijs
Variabele kosten per artikel + Constante kosten per artikel

NC+WV

Slide 16 - Slide

NC
WV

Slide 17 - Slide

Differentiële kostprijs
Als constante kosten niet  in de kostprijs hoeven 
--> Alleen het               gedeelte

WV

Slide 18 - Slide

Welke kosten veranderen als je meer producten maakt?
A
Constante kosten
B
Variabele kosten

Slide 19 - Quiz

Huurkosten is een voorbeeld van ...
A
Constante kosten
B
Variabele kosten

Slide 20 - Quiz

Om de constante kosten per product te berekenen maak je gebruik van ...
A
Normale productie
B
Werkelijke productie
C
Gemiddelde productie

Slide 21 - Quiz

De integrale kostprijs is C/N + V/W
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

De differentiële kostprijs =
A
C/N + V/W
B
V/W
C
C/N
D
W/V

Slide 23 - Quiz

De rest van het uur..
Aan de slag 
Maken opdrachten bij theorie paragraaf 4.4



Slide 24 - Slide