Een werkwoord is een doe-woord.
Het zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.
Het hele werkwoord is kiezen, staan, moeten, hebben, gamen.
De vorm van een werkwoord kan veranderen in een zin:
Het hele werkwoord is kiezen.
Vormen van het werkwoord kiezen: kies, kiest, koos, kozen, gekozen.