Les 3 Grondstof melk Lactose, zouten, vitamines en enzymen

Lactose
Leerdoelen; deelnemer kan 
  • Eigenschappen lactose benoemen
  • Verschillen tussen gekristalliseerde en opgeloste lactose verklaren
  • Reacties met lactose toelichten
1 / 35
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lactose
Leerdoelen; deelnemer kan 
  • Eigenschappen lactose benoemen
  • Verschillen tussen gekristalliseerde en opgeloste lactose verklaren
  • Reacties met lactose toelichten

Slide 1 - Slide

Wat wil je nog leren over koolhydraten (algemeen) en specifiek lactose

Slide 2 - Mind map

Koolhydraten
  1. Monosachariden (mono=1) Glucose, Fructose, Galactose 
  2. Disachariden (di=2) Sacharose, Lactose, Maltose
  3. Oligo-sachariden  (=weinig3 -8) GOS, FOS
  4. Polysachariden (poly=veel) Zetmeel/ruwe vezels/cellulose



Slide 3 - Slide

Lactose C12H22O11
  • Di-saccharide (glucose+galactose)
  • Geringe zoetkracht
  • Slecht oplosbaar in water bij lage temperaturen
  • Gevolgen: neerslaan op bodem tank of grote kristallen geeft “zanderig” ijs

Slide 4 - Slide

Zoetkracht verschillende suikers
  • Sacharose (kristalsuiker) 100
  • Glucose (dextrose=druivensuiker) 72
  • Glucosestroop 64 DE 59
  • Glucosestroop 42 DE 41
  • Lactose 39
fructose 114

Slide 5 - Slide

Lactose productie
  • Indampen tot 60% droge stof en dan langzaam koelen
  • Vorming lactose kristallen en deze kun je scheiden
Voordelen van kristallen
  1. Bindt 1 molecuul water = 5% extra water
  2. Lactose kristal is niet hygro-scopisch = beter te drogen

Slide 6 - Slide

Standaardiseren met lactose op eiwit/ds
On line in vloeibaar gedeelte voor indampen/drogen
Na afloop via droog doseren op het fluïd bed.

Voor-/nadelen?

Slide 7 - Slide

Waar wordt lactose veel voor gebruikt? (hfd 1 ZA)

Slide 8 - Open question

Welke reacties (chemisch/enzymatisch/micro-biologisch ) kennen jullie van lactose?

Slide 9 - Open question

Reacties met lactose
Bij hoge Temperaturen
Caramellisatie (zonder vocht) (bruinkleuring)
Maillardreactie: reactie met eiwit, geeft bruinkleuring en kooksmaak

Bij productbereiding of bij bederf door micro-organismen
Afbraak lactose tot melkzuur, CO2 en aroma


Slide 10 - Slide

Reacties van Lactose met  enzymen
  • Splitsing met lactase (als afwezig lactose-intolerant)
  • Splitsing en plakken bij de GOS bereiding (prebioticum)



Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen probiotica en prebiotica?

Slide 12 - Open question

Wat is hydrolyse?
A
Splitsing met toevoeging van water
B
Splitsing waar water bij vrijkomt
C
Het harden van vet
D
Is drogen door wateronttrekking

Slide 13 - Quiz

Productie GOS
GOS = Galacto Oligo Sacharide
  • Knippen van lactose in glucose en galactose
  • Plakken van galactose aan lactose/galactose
Zie video hydrolyse


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Waarom is GOS moeikijk te drogen?

Slide 16 - Open question

Hoe zou je het moeilijk kunnen drogen van GOS (door glucose) kunnen beperken?

Slide 17 - Open question

Drogen van GOS
  • Verwijderen van glucose (chromatografie)
  • Toevoegen van een "drager" (bijv. wei-eiwit, maltodextrine)
  • Conditioneren (lees drogen) van de drooglucht

Slide 18 - Slide

Glucosestroop (uit zetmeel)

Slide 19 - Slide

Melkzouten
Doelen; de deelnemer kan
  • eigenschappen van melkzouten benoemen
  • 3 methodes om melkzouten te verwijderen/ aanslag te voorkomen benoemen
  • verschillen tussen Natrium en Kaliumzouten benoemen

Slide 20 - Slide

Wat wil jij nog weten over melkzouten?

Slide 21 - Mind map

Melkzout = Calciumfosfaat
Eigenschappen
  • Slaat neer bij verhitten
  • Vlokt uit bij hoge pH
  • Hoge osmotische waarde
  • Relatief klein

Slide 22 - Slide

Bewaarproef permeaat Lochem bij 20 C
Oorzaak uitvlokken?

Slide 23 - Slide

Permeaat UF (5%  bij verschillende pH's bewaard)
Wat verwacht je?

Slide 24 - Slide

Permeaat UF (5% en 30% bij verschillende pH's bewaard)

Slide 25 - Slide

Hoe zou je aanslag van calciumfosfaat bij het verhitten (pasteur, indamper) en membraanfiltratie kunnen beperken?

Slide 26 - Open question

Hoe zou je aanslag van calciumfosfaat bij het verhitten (pasteur, indamper) en membraanfiltratie kunnen beperken?
  • pH verlaging door toevoegen van zuur
  • vooraf intensief verhitten (+pH verhogen)
  • minder intensieve verhitting
  • directe verhitting in plaats van via wand/buis

Slide 27 - Slide

Membraanfiltratie (UF/RO)
Scheiding op deeltjesgrootte met behulp van druk
  • Zout kleinste bestanddeel (molecuulgrootte)
  • Grootste osmotische (= tegen)druk
  • Goed te meten met geleidbaarheid

Slide 28 - Slide

Natrium
  • Bron voor hoge bloeddruk (hart- en vaatziekten)
  • Strenge eisen bijv. bij IFT, natrium arme producten
  • Vaak vervangen door Kalium.
  • Voorbeelden??

Slide 29 - Slide

Maak de sleepvraag (volgende dia)
Welk reinigingsmiddel is nodig (werkt het beste) bij dit type vervuiling?
Als er geen chemisch  middel nodig is, dan ga je dat vuil nergens aan koppelen.

Slide 30 - Slide

Loog
Zuur
Vet
Lactose
Eiwit
Calcium fosfaat

Slide 31 - Drag question

Vitamines 
ADEK vetoplosbaar
B en C wateroplosbaar
Vitamine A (caroteen geeft geel/oranje kleur aan kaas/boter)
Vitamine B2 = Riboflavine (geel groene kleur wei)
Vitamine C (Natriumascorbaat) = een anti-oxydant

Slide 32 - Slide

(Gebruik) Enzymen 
  • Van nature aanwezig, bijv. fosfatase, peroxydase, lipase
  • Voor winning van bestanddelen uit melk of productbereiding (alfa serumeiwit, GOS, Kaas)
  • Voor (diepte)reiniging van bijv. membranen

Slide 33 - Slide

Kenmerken enzym
  • Specifiek
  • Hittegevoelig (vaak opgebouwd uit eiwit)
  • Snelheid werking is afhankelijk van:
Dosering, temperatuur, pH, zoutsamenstelling (vaak calcium)

Slide 34 - Slide

Opdrachten: 
neem het hoofdstuk grondstof melk door en 
  • maak de oefenvragen van melk
  • vul het schema van enzymen in

Slide 35 - Slide