les 11 examen bespreken, argumentatieschema's herhalen


5h, welkom bij Nederlands! 
Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in de (telefoon)tas!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


5h, welkom bij Nederlands! 
Telefoon mee naar de les? Stop hem dan in de (telefoon)tas!

Slide 1 - Slide

Argumentatieschema's
Het verband tussen standpunt en argument 
Argument op basis van...
  1. oorzaak en gevolg
  2. kenmerk of eigenschap
  3. voor- en nadelen
  4. voorbeelden
  5. vergelijking
  6. autoriteit

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Opvallende aandachtspunten bij het examen, met voorbeelden
  • Herhaling argumentatieschema's
  • Examen verder nakijken als dat nodig is
  • Cijfer berekenen (met een slag om de arm)
  • Online oefenen met argumentatieschema's

Slide 3 - Slide

Wees kritisch en nauwkeurig
  • Lees de vraag precies! (Welk standpunt, welke aanname, hoeveel onderdelen, volledige zinnen etc.)

  • Geef nauwkeurig en compleet antwoord

Slide 4 - Slide

Wees kritisch en nauwkeurig
  • Lees de vraag precies! (Welk standpunt, welke aanname, hoeveel onderdelen, volledige zinnen etc.)

  • Geef nauwkeurig en compleet antwoord:

    Vraag: Wat is een negatief gevolg van een
    tracker bij kleine kinderen?
    Antwoord: 'Hun vrijheid'  
  • Wie is hun? 
  • Wat gebeurt er met die vrijheid?

Slide 5 - Slide

Wees kritisch en nauwkeurig
  • Lees de vraag precies! (Welk standpunt, welke aanname, hoeveel onderdelen, volledige zinnen etc.)

  • Geef nauwkeurig en compleet antwoord:

    Vraag: Wat is een negatief gevolg van een
    tracker bij kleine kinderen?
    Antwoord: 'Hun vrijheid'  
  • Wie is hun? 
  • Wat gebeurt er met die vrijheid?
Doe alsof er wordt nagekeken door een robot met alleen het examen en het correctievoorschrift.
 Wie nakijkt, mag alleen beoordelen wat er
precies staat, niet wat je waarschijnlijk
bedoelt!

Slide 6 - Slide

Pak examenvragen en correctievoorschrift erbij
Vraag 2
Waar leidt verdwalen uiteindelijk toe, volgens zowel Gabriels als de auteur van tekst 1?

Gegeven antwoord 1:  
dat je ervan kan leren om zelfstandiger te worden.
Gegeven antwoord 2:  
dat verdwalen goed voor je is om op te groeien en zelfstandig je weg terug te vinden
Is dit het antwoord op de vraag?
Vergelijk het antwoord met het antwoord in het antwoordmodel.

Slide 7 - Slide

Pak examenvragen en correctievoorschrift erbij
Vraag 7
Er worden bezwaren tegen digitale controle gegeven in de tekst. Noem vier van die bezwaren. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

Gegeven antwoord 1:  
ze kunnen geen keuzes maken, weinig privacy, leren geen morele waardes, geen vrijheid
Gegeven antwoord 2:  
Door al deze nieuwe technologieën dreigen we controle te verwarren met zorg.
Die keuze wordt voor je gemaakt, waardoor je nooit leert dat goed gedrag een keuze is.  (en nog 2 onderdelen)
Soms moet je juist wel in hele zinnen antwoorden.

Slide 8 - Slide

Pak examenvragen en correctievoorschrift erbij
Vraag 7
Er worden bezwaren tegen digitale controle gegeven in de tekst. Noem vier van die bezwaren. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

Gegeven antwoord 1:  
ze kunnen geen keuzes maken, weinig privacy, leren geen morele waardes, geen vrijheid
Gegeven antwoord 2:  
Door al deze nieuwe technologieën dreigen we controle te verwarren met zorg.
Die keuze wordt voor je gemaakt, waardoor je nooit leert dat goed gedrag een keuze is.  (en nog 2 onderdelen)
Is dit antwoord duidelijk en compleet?
Is het grammaticaal correct?

Slide 9 - Slide

Pak examenvragen en correctievoorschrift erbij
Vraag 7
Er worden bezwaren tegen digitale controle gegeven in de tekst. Noem vier van die bezwaren. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen.

Gegeven antwoord 1:  
ze kunnen geen keuzes maken, weinig privacy, leren geen morele waardes, geen vrijheid
Gegeven antwoord 2:  
Door al deze nieuwe technologieën dreigen we controle te verwarren met zorg.
Die keuze wordt voor je gemaakt, waardoor je nooit leert dat goed gedrag een keuze is.  (en nog 2 onderdelen)
Is dit antwoord duidelijk en compleet?
Is het grammaticaal correct?
Wie = ze?
wat voor keuzes?
Wiens privacy?  
... 

Slide 10 - Slide

Pak examenvragen en correctievoorschrift erbij
Vraag 8
[...] welke verkeerde aanname is dat? Geef antwoord in een of meer complete zinnen.

Gegeven antwoord 1:  
Dat op alles wat je kind doet een oogje erop te houden
Gegeven antwoord 2:  
Om tot een betekenisvolle en ethische relatie te komen moet er sprake zijn van voldoende afstand tussen het zelf en de ander.

Slide 11 - Slide

Pak examenvragen en correctievoorschrift erbij
Vraag 8
[...] welke verkeerde aanname is dat? Geef antwoord in een of meer complete zinnen.

Gegeven antwoord 1:  
Dat op alles wat je kind doet een oogje erop te houden
Gegeven antwoord 2:  
Om tot een betekenisvolle en ethische relatie te komen moet er sprake zijn van voldoende afstand tussen het zelf en de ander.
 Is het grammaticaal correct?
Is het antwoord op de vraag? 
Is het nog punten waard?

Slide 12 - Slide

Pak examenvragen en correctievoorschrift erbij
(terug naar) vraag 4
[...] Citeer de woordgroep waarmee zorg ook wordt aangeduid in tekst 1


Gegeven antwoord 1:  
Liefdevol opvoeden
Gegeven antwoord 2:  
"controle is ... vindt ze.'' regel 74, 75 
Hoeveel punten krijgen deze antwoorden?

Slide 13 - Slide

Nog even onder de aandacht

  • Niemand had tijdnood, dus sla geen vragen over, doe altijd een gok.
  • Lees de vraag, daarin staat vaak welke vorm je antwoord moet hebben. 
  • Wees duidelijk en compleet. Specificeer personen en onderwerpen.
  • Meerdere onderdelen? Begin dan elk onderdeel even op een nieuwe regel.
  • Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord (en begin niet telkens met dat). 
  • Zo meteen het nakijken afmaken en je cijfer berekenen. Examen weer terug naar de docent.


















Slide 14 - Slide

Nog even onder de aandacht

  • Niemand had tijdnood, dus sla geen vragen over, doe altijd een gok.
  • Lees de vraag, daarin staat vaak welke vorm je antwoord moet hebben. 
  • Wees duidelijk en compleet. Specificeer personen en onderwerpen.
  • Meerdere onderdelen? Begin dan elk onderdeel even op een nieuwe regel.
  • Herhaal een stukje van de vraag in je antwoord (en begin niet telkens met dat). 


















Welke aanname staat in alinea 1?
De aanname in alinea 1 is ...

Slide 15 - Slide

Argumentatieschema's
Wat is dat ook alweer? (werkblad van vorige week)

Slide 16 - Slide

Argumentatieschema's
Het verband tussen standpunt en argument 
Argument op basis van...
  1. oorzaak en gevolg
  2. kenmerk of eigenschap
  3. voor- en nadelen
  4. voorbeelden
  5. vergelijking
  6. autoriteit

Slide 17 - Slide

oorzaak en gevolg
Een feit/gebeurtenis zal leiden tot een ander feit/gebeurtenis.

Voorbeeld: 
- Er zal in de toekomst minder geweld zijn tegen hulpverleners (gevolg), want de straffen zijn hoger geworden (oorzaak).
- Hij zal zich wel goed kunnen vermaken (gevolg), want hij is enig kind en had dus geen broertjes en zusjes om mee te spelen (oorzaak).


Slide 18 - Slide

Kenmerk of eigenschap (veralgemenisering)
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die groep dat ook. 

Voorbeeld:
- Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego (kenmerk).

Slide 19 - Slide

voor- en nadelen
Er wordt een afweging gemaakt of er worden alleen voordelen of alleen nadelen gebruikt als argumentatie.
Voorbeeld:
-Als je 4 havo overdoet, dan krijg je wel een goede basis om in 5 havo met goede cijfers te slagen. Daar staat tegenover dat je het weliswaar heel zwaar krijgt als je overgaat naar 5 havo, maar dat je toch ook een kans hebt dat je meteen slaagt (argumenten). Als ik jou was, zou ik het proberen in 5 havo (standpunt).

Slide 20 - Slide

voorbeelden
Voorbeelden van het standpunt worden als argument gebruikt.

Voorbeeld:
Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen hij dat verjaardagscadeautje zou kopen, was hij dat ook vergeten.


Slide 21 - Slide

vergelijking
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen waarbij een overeenkomst wordt geconstateerd: omdat het bij A zo is, zal het bij B ook zo zijn.

Voorbeeld:
De Eerste Kamer heeft het verbod op de rituele slacht tegengehouden. Het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de vleestaks zal het dus ook niet halen.

Slide 22 - Slide

autoriteit
Een uitspraak van een deskundige of een gezaghebbende bron wordt als ondersteuning van het standpunt gebruikt.

Voorbeeld:
- Je moet voortaan twee keer in de week vis eten. Laatst bleek opnieuw uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dat regelmatig vis eten goed is voor hart, bloedvaten en geheugen.




Slide 23 - Slide

Nu zelf aan de slag
  • Bekijk je examenantwoorden. Moet je nog iets nakijken? Is het nauwkeurig gedaan?
  • Met de tabel op examenblad.nl kun je je cijfer berekenen. Zet je cijfer in het hokje.
    (Examen havo Nederlands 2023 'omzettingstabel normering'.)
  • Ben je tevreden met je cijfer?
  • Probeer te achterhalen bij wat voor vragen/onderdelen je punten verliest.
  • Lever je examen eind van de les weer in.
  • Maak de online planning over argumentatieschema's (opdr. 1-3 Argumentatieschema's)

Slide 24 - Slide

vooruitblik
  • Huiswerk voor donderdag:
    Maak de online planning over argumentatieschema's (opdr. 1-3 argumentatieschema's)

Donderdag:
- herhaling drogredenen
- start poëzieanalyse
(geprint boekje)

Slide 25 - Slide