2 De der-Gruppe

De der-Gruppe 
Kapitel 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De der-Gruppe 
Kapitel 4

Slide 1 - Slide

Ziel

  • Je kunt de der-Gruppe gebruiken 

Slide 2 - Slide

Hausaufgaben besprechen

S. 18 bis 19
+
Wörter lernen (B Wortschatz)

Slide 3 - Slide

Wörter "evenementen"

Slide 4 - Mind map

Wörter "tijdstippen"

Slide 5 - Mind map

Erst ein paar Dinge wiederholen... 

Slide 6 - Slide

Het geslacht van zelfstandige naamwoorden

 

geslacht
regel
mannelijk
der
*mannelijke persoons- en diernamen der Junge, der Stier
vrouwelijk
die

(mv is ook altijd die)
*vrouwelijke persoons- en diernamen die Oma, die Katze 
*dingen die einigen op-e die Adresse, die Toilette
*Woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung die Einheit, die Möglichkeit, die Zeitung
onzijdig
das
*woorden die in het Nederlands het-woorden zijn das Pferd, das Fenster, das Lied

Slide 7 - Slide

Aufgabe 18, Seite 26

Slide 8 - Slide

nu nog eens de naamvallen herhalen... 
Schema bekijken!!!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Aufgabe 10, Seite 26
Die Regel entdecken

Slide 13 - Slide

De der-Gruppe 
niet alleen het persoonlijk voornaamwoord verandert van vorm in de verschillende naamvallen, maar ook het lidwoord! 
1e Nominativ:     der Mann
mannelijk
3e Dativ:              dem Mann
4e Akkusativ:              den Mann

Slide 14 - Slide

De der-Gruppe 
niet alleen het persoonlijk voornaamwoord verandert van vorm in de verschillende naamvallen, maar ook het lidwoord! 
1e Nominativ:     die Frau
vrouwelijk
3e Dativ:              der Frau
4e Akkusativ:              die Frau

Slide 15 - Slide

De der-Gruppe 
niet alleen het persoonlijk voornaamwoord verandert van vorm in de verschillende naamvallen, maar ook het lidwoord! 
1e Nominativ:     das Kind
onzijdig
3e Dativ:              dem Kind
4e Akkusativ:              das Kind

Slide 16 - Slide

De der-Gruppe 
niet alleen het persoonlijk voornaamwoord verandert van vorm in de verschillende naamvallen, maar ook het lidwoord! 
1e Nominativ:     die Kinder
meervoud
3e Dativ:              den Kindern
4e Akkusativ:              die Kinder

Slide 17 - Slide

De der-Gruppe 
Alles op een rij
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e Nominativ
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
3e Dativ
dem Mann
der Frau
dem Kind
den Kindern
4e Akkusativ
den Mann
die Frau
das Kind
die Kinder

Slide 18 - Slide

De der-Gruppe 
Bijzonderheden:
* In de derde naamval meervoud krijgt het zelfstandig naamwoord een extra -n (mit den Leuten)
* dit gebeurt niet als het meervoud eindigt op -n of op -s (mit den Frauen)
* Je gebruikt de verschillende vormen op dezelfde manier als bij het persoonlijk voornaamwoord:
Das Buch ist für ihn
Das Buch ist für den Mann.

Slide 19 - Slide

Aufgabe 20 & 21, Seite 28
Als je het nog niet zo goed begrijpt, ga dan naar Neue Kontakte online en bekijk het uitlegfilmpje!

Slide 20 - Slide

Opdrachten

Seite 14 bis 15

Aufgaben 1 und 2

Slide 21 - Slide