Herhaling thema 5 Gaswisseling en uitscheiding voor H5
Gaswisseling en uitscheiding
OVERZICHT
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Gaswisseling en uitscheiding
OVERZICHT
Slide 1 - Slide
Longen
diffusie
vervoer zuurstof en koolstofdioxide
ventilatie (spieren!)
respirogram (dode ruimte)
Slide 2 - Slide
Bij een astma-aanval trekken de kringspieren van de bronchiolen samen. Waardoor word je benauwd?
Slide 3 - Open question
Antwoord
Door het samentrekken van de bronchiolen kan de lucht in het longblaasje minder goed ververst worden.
De diffusie van koolstofdioxide neemt af.
De concentratie koolstofdioxide in het bloed neemt toe.
Je wordt benauwd.
!! DE ADEMPRIKKEL IS KOOLSTOFDIOXIDE !!
Slide 4 - Slide
Zuurstof wordt in het bloed vervoerd door het rode eiwit hemoglobine: Hb + O2 <-> HbO2 Naar welke kant verloopt deze reactie in de weefsels en wat verandert als de pH daalt?
A
Naar rechts,
gaat sneller bij lagere pH
B
Naar links,
gaat sneller bij lagere pH
C
Naar rechts,
gaat langzamer bij lagere pH
D
Naar links,
gaat langzamer bij lagere pH
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Je ademt diep uit. Welke spieren span je daarvoor aan?
A
Buitenste tussenribspieren
B
Binnenste tussenribspieren
C
middenrif
D
spieren in je neus en mond
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Wat is de vitale capaciteit? Gebruik BiNaS!
A
1 + 2
B
2 + 3
C
3 + 4
D
3 + 4 +5
Slide 9 - Quiz
Ademvolume en ademfrequentie
In de wand van de aorta en de halsslagaders liggen chemoreceptoren. Deze zintuigcellen meten het CO2 gehalte van het bloed. Als het CO2 gehalte van het bloed te hoog wordt worden vanuit het ademcentrum in het Centrale Zenuwstelsel impulsen naar de ademhalingsspieren gestuurd.
Slide 10 - Slide
Onder invloed van het ademcentrum verwijden de spiertjes in de 1. bronchiolen/longblaasjes, hierdoor neemt 2. het ademvolume/de ademfrequentie toe
A
1. bronchiolen
2. ademvolume
B
1. bronchiolen
2. ademfrequentie
C
1. longblaasjes
2. ademvolume
D
1. longblaasjes
2. ademfrequentie
Slide 11 - Quiz
In welke van de afbeeldingen is het ademcentrum aangegeven?
A
Links
B
Midden
C
Rechts
Slide 12 - Quiz
Lever
bloedvaten: poortader, leverader, leverslagader
balans koolhydraten, vetten en eiwitten (ureum!)
Slide 13 - Slide
Leverader
Leverslagader
Poortader
Veel ureum
weinig ureum
Geen ureum
Slide 14 - Drag question
Welke omzetting kan de lever niet uitvoeren?
A
Koolhydraten -> vetten
B
vetten -> koolhydraten
C
eiwitten -> vetten
D
Koolhydraten -> eiwitten
Slide 15 - Quiz
Nieren
Bouw en werking nefron
ADH
Slide 16 - Slide
Nierfunctie
Bloedplasma, mineralen en glucose
( geen eiwit + geen rode bloedcellen)
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Bij een ontsteking zit er soms eiwit in de urine. Welk deel van het nefron werkt dan niet goed?
A
De glomerulus
B
Het eerste gekronkelde deel
C
De lis van Henle
D
Het tweede gekronkelde deel
Slide 19 - Quiz
Wat is terugresorptie?
A
Verplaatsen van nuttige stoffen van het bloed naar de voorurine
B
Verplaatsen van nuttige stoffen van de voorurine naar het bloed
C
Verplaatsen van afvalstoffen van het bloed naar de voorurine
D
Verplaatsen van afvalstoffen van de voorurine naar het bloed
Slide 20 - Quiz
BiNaS 85B. Wordt natrium teruggeresorbeerd?
A
Ja, want er zit minder natrium in urine dan in voorurine
B
Ja, want de natriumconcentratie in de voorurine is maar 1x groter ipv 70x
Slide 21 - Quiz
Je drinkt achter elkaar een liter water. Wat gebeurt er daarna met de ADH concentratie van je bloed? En met de terugresorptie van water?
A
ADH gaat omhoog,
terugresorptie water neemt toe
B
ADH gaat omhoog,
terugresorptie water neemt af
C
ADH gaat omlaag
terugresorptie water neemt toe
D
ADH gaat omlaag
terugresorptie water neemt af
Slide 22 - Quiz
EPO
Bij de opbouw en afbraak van rode bloedcellen spelen nieren, milt, lever en het rode beenmerg een rol
Slide 23 - Slide
IJzer
EPO
Zuurstoftransport
Slide 24 - Drag question
Huid
Bouw (BiNaS 87A)
rol warmtehuishouding
oppervlakte:inhoud
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Je wordt geprikt door een mug. De mug zuigt bloed. Tot in welke huidlaag steekt de zuigsnuit van de mug?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
D
onderhuids bindweefsel
Slide 27 - Quiz
Op welke manieren kan je huid warmteverlies tegengaan? (er zijn er 2)
Slide 28 - Mind map
Welk dier verbrandt het meest om zichzelf warm te houden?
A
Een kleine kikker
B
Een grote kikker
C
Een kleine muis
Slide 29 - Quiz
Klaar!
Vergeet niet te oefenen!
Voor morgen: oefentoets gaswisseling en uitscheiding in eindexamensite.nl