Onderwerp en hoofgedachte bij Plot26, les 4

Tekstbegrip
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Tekstbegrip

Slide 1 - Slide

Tekstbegrip
  • Onderwerp en hoofdgedachte
  • Leesstrategieën
  • Tekstdoel
  • Functies inleiding en slot
  • Tussenkopjes
  • Tekstverbanden en      signaalwoorden
  • Feiten en meningen
  • Betekenis onbekende woorden

Slide 2 - Slide

Raadseltje vooraf:
Een cowboy rijdt een stadje in op Vrijdag. Hij blijft
drie dagen en vertrekt weer op Vrijdag. Hoe kan dit?
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Wat hebben we gisteren gedaan?
  • Onderwerp = Waar de tekst over gaat, in één woord of een paar woorden gezegd.
 Bijvoorbeeld: ‘Halsbandparkieten’, ‘coronavirus’, ‘matchfixing’.

  • Hoofdgedachte = Als je in één zin vertelt wat er over het onderwerp wordt gezegd in de tekst.
Bijvoorbeeld: ‘Het aantal halsbandparkieten neemt sterk toe’, ‘Aantal besmettingen zijn vandaag gestegen’.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Vandaag
Verder oefenen in het vinden van onderwerp en hoofdgedachte

Slide 6 - Slide

Zelfstandig aan de slag
  • Open de bijlage in Magister bij de les van vandaag.
  • Maak alle opdrachten over onderwerp en hoofdgedachte. Je kunt in het document zelf werken of schrijven. 
  • Eerder klaar? Dan heb je even pauze. 
  • Blijf in deze les met camera en geluid uit.
  • Na 25 minuten gaan we bespreken hier in LessonUp
timer
25:00

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp
uit deze tekst?

Slide 8 - Open question

Wat is het onderwerp
uit deze tekst?

Slide 9 - Open question

Wat is het onderwerp
uit deze tekst?

Slide 10 - Open question

Wat is het onderwerp
uit deze tekst?

Slide 11 - Open question

Wat is het onderwerp
uit deze tekst?

Slide 12 - Open question

Wat is de hoofgedachte van
deze tekst?

Slide 13 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Een huisstofmijt is zo klein dat je hem niet kan zien.
B
Je bent niet allergisch voor huisstofmijt zelf, maar voor hun poep.
C
Je moet regelmatig je beddengoed vervangen.
D
De meeste mensen zijn neusallergisch.

Slide 14 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Elke werkzaal begint op bepaalde tijd met werken.
B
Alle gevangenen moeten om half twaalf terug naar hun cel.
C
Ad begint om half acht.
D
Gevangenen hebben niet allemaal hetzelfde dagprogramma.

Slide 15 - Quiz

Hoe zou ik nu een toetsvraag maken over onderwerp en hoofdgedachte?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll