- Je kunt praten, lezen, schrijven en luisteren over bekende personen en culturele uitingen (films, artikelen etc.) en landen.
- Je herkent de imperfecto en kan deze zelf vervoegen en gebruiken in zinnen.
- Je weet het verschil tussen de drie verleden tijden: perfecto, indefinido, imperfecto en kan dit toepassen in zinnen.
- Je weet het verschil tussen ser/ estar.
(- Je weet wat een bijwoord is en kan dit gebruiken.)