grammatica

• Nederlands
• ISK

Pak een boek!

Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.

Ze leest vaak interessante boeken.

Je houdt van klassieke muziek.

Zij speelt graag met haar vrienden.

We gaan morgen naar het museum.

Hij moet morgen niet werken.

Zij heeft een mooie collectie schilderijen.

Ik ga op de bank televisie kijken.

User

Het verhaal gaat over...

Hassan en Lily

Wat gaan we leren?

-woordvolgorde

-vraagzinnen

-zinnen in de verleden tijd

Wie? Wat? Waar? Wanneer?

Peter leest een boek op school elke ochtend.

Wie? Peter

Wat doet hij? Leest een boek

Waar?  Op school

 Wanneer? elke ochtend

regelmatig

Maak een correcte zin

in het park wij wandelen

Correcte zin

Wij wandelen in het park

Maak de zin vragend.

Zet de zin in de verleden tijd.

Gebruik het voltooid deelwoord.

Goede zinnen

Wij wandelen in het park.

Wandelen wij in het park?

Wij wandelden in het park.

Wij hebben in het park gewandeld.

Maak een goede zin

Elke dag de kinderen op school hard werken

Correcte zin

De kinderen werken hard op school elke dag.

Maak de zin vragend.

Zet de zin in de verleden tijd.

Gebruik het voltooid deelwoord.

Correcte zinnen

De kinderen werken hard op school elke dag.

Werken de kinderen hard op school elke dag?

De kinderen werketen hard op school elke dag

De kinderen hebben hard gewerkt op school elke dag.

Onregelmatig

Maak een goede zin

een nieuwe school ik kies

Correcte zin

Ik kies een nieuwe school.

Maak de zin vragend.

Zet de zin in de verleden tijd.

Gebruik het voltooid deelwoord.

Correcte zinnen

Ik kies een nieuwe school.

Kies ik een nieuwe school?

Ik koos een nieuwe school.

Ik heb een nieuwe school gekozen.

Maak een correcte zin

leuke jongen om ga ik met die

Correcte zin

Ik ga om met die leuke jongen

-Maak de zin vragend.

-Zet de zin de verleden tijd

Goede zinnen

Ik ga om met die leuke jongen

Ga ik om met die leuke jongen?

Ik ging om met die leuke jongen.

Zet in de goede volgorde

een mooie zin jij bedenkt

Correcte zin

Jij bedenkt een mooie zin.

-Maak een vraagzin????

-Zet de zin in de verleden tijd.

Correcte zinnen

Jij bedenkt een mooie zin.

Bedenk jij een mooie zin?

Jij bedacht een mooie zin.

Zet in de goede volgorde

een plan voor de reis hij bedenkt

Goede zin

Hij bedenkt een plan voor de reis.

Maak de zin vragend.

Zet de zin in de verleden tijd.

Correcte zinnen

Hij bedenkt een plan voor de reis.

Bedenkt hij een plan voor de reis?

Hij bedacht een plan voor de reis.

Maak de opdrachten op papier

- verleden tijd (klare taal)

-voltooid deelwoord (klare taal)

-eenvoudige grammatica

Aan de slag (help elkaar)

Maak les 10,11,12 oefening 27 t/m 36

Maak les 23,24 oefening 72,73,74,75

Maak les 25,26,27,28

Maak les 29 t/m 36

Eenvoudige grammatica

Les 25 (te...) Uitleg!

Les 26 (scheidbare woorden) Uitleg!

Les 27 (voltooid deelwoord)

Les 28 (voltooid deelwoord d of t)

les 29,30,31,32,33,34,35,36

create.kahoot.it

create.kahoot.it

create.kahoot.it

create.kahoot.it

create.kahoot.it

create.kahoot.it

www.google.com

create.kahoot.it

create.kahoot.it

nt2taalmenu.nl

Huiswerk

-Disk; grammatica online werkwoorden

grammatica; werkwoorden 2.1 t/m 2.20/25

create.kahoot.it