6.1 + 6.2

Planning
1. 5 minuten lezen.
2. Introductie H6 (Late Middeleeuwen)
3. Filmpje Middeleeuwse stad
4. Uitleg 6.1
5. Aan de slag in het online werkboek

Volgende pw: H5.1 tot en met H5.3, H6.1, H6.2 en H6.3!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Planning
1. 5 minuten lezen.
2. Introductie H6 (Late Middeleeuwen)
3. Filmpje Middeleeuwse stad
4. Uitleg 6.1
5. Aan de slag in het online werkboek

Volgende pw: H5.1 tot en met H5.3, H6.1, H6.2 en H6.3!

Slide 1 - Slide

Tijd van steden en staten

Slide 2 - Slide

6.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 6.1
1. Hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond (verstedelijking)
2. Hoe de geldeconomie zich ontwikkelde
3. Op welke manier de nijverheid was georganiseerd
4. Hoe internationale handel plaatsvond

 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

1. Verstedelijking
1. Vanaf het jaar 1000 gingen boeren moerassen droogleggen en bossen kappen -> landbouwontginning
2. Verbetering van de landbouwtechnieken -> ploeg en mest

Gevolg: landbouw brengt meer op -> mensen leven langer en gezonder -> bevolking kan groeien (verdubbeld tot 1300)

Gevolg: handel neemt toe

Indirect gevolg: nijverheid neemt toe (een deel van de bevolking kan ander werk gaan doen)

Marktplaatsen groeien uit tot steden (verstedelijking). Deze gaat het snelst in Noord-Italië, Vlaanderen en Holland

Er ontstaat weer een landbouwstedelijke samenleving!

Slide 6 - Slide

2. De geldeconomie
vraag: wat iemand wil kopen.
aanbod: wat iemand wil verkopen.

Door de opkomst van de handel gingen mensen weer geld gebruiken. Elke stad, koning of hertog kon zijn eigen munten slaan. Hierdoor waren er geldwisselaars waar je munten kon ruilen. Ook ontstonden er in deze tijd banken.

Slide 7 - Slide

Aan de slag

Maak de vragen via de planning in het online werkboek met 6.1

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 6.1
1. Hoe in Europa weer een landbouwstedelijke samenleving ontstond (verstedelijking)
2. Hoe de geldeconomie zich ontwikkelde
3. Op welke manier de nijverheid was georganiseerd
4. Hoe internationale handel plaatsvond

 

Slide 9 - Slide

3. Gilde
Ambachtslieden werden lid van gildes.
= beroepsvereniging in een stad
 
Wat deden gilde leden?
  • Zorgen voor de opleiding van gilde leden
  • Controleren de kwaliteit van producten
  • Stellen prijzen vast
  • Zorgen voor bejaarde en zieke leden en voor de weduwen van gestorven meesters.
  • Organiseren van feesten, kerkelijke bijeenkomsten en begrafenissen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Welke taak van het gilde zie je hier?

Slide 12 - Open question

4. Internationale handel
de Hanze: verbond tussen handelssteden aan de Oostzee en Noordzee.

  • geen tol vragen aan elkaar.
  • samen strijden tegen vijanden, zoals piraten.
  •  vorsten overhalen tot het beschermen van handelaren en om geen tol te heffen.

Waarom? Om elkaar te helpen en meer winst te maken.


Slide 13 - Slide

6.2 - Zelfstandige burgers
1. Je weet op welke manieren Holland belangrijk werd. (6.2)
2. Je weet hoe steden stadsrechten kregen.
3. Je weet hoe burgers hun stad bestuurden.
4. Je weet hoe steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren.

De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 14 - Slide

1. Holland wordt belangrijk
Het gebied dat nu Nederland, België en Luxemburg is was toen de Nederlanden
-> 17 gewesten, graafschappen en hertogdommen

Holland was 1 van de belangrijkste gewesten en breidde het gebied flink uit.
Floris V liet de Ridderzaal bouwen

In 1296 wordt hij vermoord door edelen, omdat hij teveel macht zou hebben

Slide 15 - Slide

2. Stadsrechten
Floris gaf bepaalde groepen rechten om het volk tevreden te houden

Stadsrechten (privilege van een stad)
- Dordrecht was de eerste stad met stadsrechten in 1220
- Recht om belasting te heffen
- Rechten om een stadsmuur te bouwen
- Marktrecht
- Recht om tol te heffen
- Eigen rechtsspraak

Slide 16 - Slide

3. Het stadsbestuur
'Stadslucht maakt vrij': horigen verloren de rechten en plichten als ze in de stad gingen wonen

Heren gaven meer rechten aan boeren om ze daar te houden, dus de horigheid verdween op veel plaatsen in Europa

Iemand kon na een jaar en een dag burger worden in een stad. Daarnaast moesten ze werken en een geldbedrag betalen-> burgerij (de gezamenlijke burgers)

De schepenen zorgden voor het bestuur en de rechtspraak en ze maakten keuren (wetten). De heer had ook een vertegenwoordiger, namelijk de baljuw/schout. De burgermeester was de hoogste stadsbestuurder en zij werden gecontroleerd door een vroedschap

Misdadigers werden vooral gestraft met boetes, de schandpaal of met de doodstaf. Een bekentenis werd gezien als schuldig en dit gebeurde vaak door marterlingen

Slide 17 - Slide

Maak vragen 1, 2, 3, 4 en 8 van 6.2 in het online werkboek

Slide 18 - Slide