This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
- Aan het eind van de les ken ik de Duitse lidwoorden.
- Aan het eind van de les weet ik wanneer je hoofdletters gebruikt in het Duits
- Aan het eind van de les kan ik het werkwoord 'haben' vervoegen.
der = mannelijk (m)
die = vrouwelijk (v)
das = onzijdig (o)
die = meervoud (mv)
Der
- Mannelijke personen of dieren
- Mannelijke beroepen
- Dagen
- Maanden
- Dagdelen
- Jaargetijden
Die
- Vrouwelijke personen of dieren
- Vrouwelijke beroepen
- De meeste woorden die eindigen op -e
- Woorden die eindigen op -heit/-keit/-ung/
das
- Veel 'het'-woorden in het Nederlands
- Verkleinwoorden (-chen, -lein)
die
- Woorden in het meervoud