This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
5V
Uitwerken
Titratie
Slide 1 - Slide
Deze les:
Uitwerken titratie van zoutzuur met behulp van natronloog .
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je leert hoe een zuurbase titratie werkt;
Je leert om berekeningen uit te voeren met gegevens uit een titratie-experiment.
Slide 3 - Slide
titratie
een titratie is een analysemethode om de molariteit van een bekende stof te bepalen
Slide 4 - Slide
Titratie
Kwantitatieve analysemethode.
Veel toegepast bij zuurbase reacties.
Erlenmeyer met oplossing met onbekendeconcentratie.
Buret met oplossing met bekende concentratie.
Bij volledige reactie is er kleuromslag door indicator.
Met berekening wordt onbekende concentratie bepaald.
Slide 5 - Slide
Omslagpunt (equivalentiepunt)
Op school meestal bepaald door kleuromslag van indicator.
In bedrijven meestal met pH-meter (nauwkeuriger).
In titratiecurve is het omslagpunt nauwkeurig af te lezen.
Slide 6 - Slide
Titratie berekeningen (stappenplan)
Noteer de reactievergelijking.
Bereken aantal mol toegevoegde stof (liter * molariteit)
Bereken aantal mol gereageerde stof (met de molverhouding)
Bereken de molariteit van de gereageerde stof (naar mol/L)
Slide 7 - Slide
Over naar de titratie van zoutzuur met natronloog .
Deze titratie heb je zelf uitgevoerd in de sk-les.
Slide 8 - Slide
plaats de tekst op de juiste plek in de tekening
De opstelling. de molariteit van een een onbekende hoeveelheid zoutzuur wordt bepaald met een titratie met natronloog
natronloog
zoutzuur
buret
pH indicator
nauwkeurig tovoegen
bekende molariteit
onbekende molariteit
Slide 9 - Drag question
Je hebt broomthymolblauw (BTB) gebruikt als pH indicator. Wat moest de kleur van de oplossing worden als zoutzuur precies volledig met natronloog heeft gereageerd?
A
geel
B
groen
C
rood
D
blauw
Slide 10 - Quiz
Uitleg
BTB heeft een omslagtraject van pH 6.0-7.6 (BInas 52A). Het is geen bij pH onder de 6.0.
Als al het zuur weg is gereageerd, dan is de oplossing "niet meer zuur" geworden (pH ~ 7) en is de kleur groen.
Als de oplossing basisch(er) wordt (hoge pH, boven de 7.6), dan wordt deze blauw.
Slide 11 - Slide
In de erlenmeyer zat zoutzuur. De juiste notatie voor zoutzuur is:
A
HCl (aq)
B
H (aq) + Cl (aq)
C
H₃O⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)
D
H⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)
Slide 12 - Quiz
In de buret zal 0.10 M natronloog. De juiste notatie voor natronloog is:
A
NaOH (aq)
B
Na (aq) + OH (aq)
C
Na⁺ (aq) + OH⁻ (aq)
D
natriumhydroxide
Slide 13 - Quiz
natronloog en zoutzuur
Natronloog is de oplossing van NaOH in water (zout, lost goed op) en dat moet je zo opschrijven: Na⁺ + OH⁻
Zoutzuur is de oplossing van HCl in water.
Omdat HCl een zuur is, splitst het H⁺ af : HCl + H₂O → H₃O⁺ + Cl⁻
en is de juiste notatie: voor zoutzuur: H₃O⁺ + Cl⁻
PS: Je mag ook alleen H⁺ gebruiken: H⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)
Slide 14 - Slide
de reactie die optreedt als je natronloog bij zoutzuur druppelt, is
A
Na⁺ + OH⁻ + H₃O⁺ + Cl⁻
B
NaOH + HCl
C
H₃O⁺ + OH⁻
D
Na⁺ + Cl⁻
Slide 15 - Quiz
reactievergelijking
Als zoutzuur met natronloog reageert,
reageert een zuur met een base, dus
H₃O⁺ + OH⁻ → 2 H₂O
Na⁺ en Cl⁻ zijn tribune-ionen en staan niet in de vergelijking
Slide 16 - Slide
Stel: Als de kleur van de indicator omslaat, is er precies 12.2 mL van de 0,10 M natronloog toegevoegd. Hoeveel mol OH- heeft dan gereageerd?
mol
0.10
...
L
1
...
A
0.10 * 0.122 = 0.012 mol
B
0.10 * 0.0122 = 0.0012 mol
C
0.10 / 0.122 = 0.82 mol
D
0.10 / 0.0122 = 8.2 mol
Slide 17 - Quiz
Toelichting: aantal mol uitrekenen
mol = molariteit x Liter
of:
x = 0.10 * 0.0122 = 0.0012 mol (2 sign cijfers)
mol
0.10
x
L
1
0.0122
Slide 18 - Slide
Er zat 10,0 mL zoutzuur in de erlenmeyer. Er heeft 0.0012 mol OH⁻ gereageerd. Hoeveel mol H₃O⁺ heeft dan gereageerd?
A
1:1 dus ook 0.0012 mol
B
1:10 dus 0.012 mol
C
3:1 dus 0.0004 mol
D
1:3 dus 0.0036 mol
Slide 19 - Quiz
Toelichting: gebruik de reactievergelijking
H₃O⁺ + OH⁻ → 2 H₂O
1 : 1 : 2
Er heeft 0.0012 molOH⁻gereageerd, dus er heeft
ook 0.0012 mol H₃O⁺ gereageerd (want 1:1)
Slide 20 - Slide
Er zat 10,0 mL zoutzuur in de erlenmeyer. Er heeft 0.0012 mol zoutzuur gereageerd. Wat was de molariteit van het zoutzuur?
mol
0.0012
...
L
...
...
A
0.0012 * 10 = 0.012 M
B
0.0012 * 100 = 0.12 M
C
0.0012 / 10 = 0.00012 M
D
0.0012 / 100 = 0.000012 M
Slide 21 - Quiz
Toelichting: van mol naar molariteit
Er zat 10,0 mL zoutzuur in de erlenmeyer. Er heeft 0.0012 mol zoutzuur gereageerd. Wat was de molariteit van het zoutzuur?
Molariteit is mol/L dus vul de verhoudingstabel goed in:
x = 0.0012 * 100 = 0.12 M
mol
0.0012
...
L
...
...
Slide 22 - Slide
samenvatting
voor jezelf
Slide 23 - Slide
Leerdoelen: gelukt?
Je leert hoe een zuurbase titratie werkt;
Je leert om berekeningen uit te voeren met gegevens uit een titratie-experiment.