2023_week11_2mh_les1_bezittelijke voornaamwoorden

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus

  • Handy in die Tasche ohne tohn
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte bezig met het schrijven van woordjes L.1,2,3 blz. 44-45

Slide 3 - Slide

Wörter schreiben und abfragen
Schrijf de woordjes van Lektion 1, 2, 3 blz. 44-45
van NL-DU en DU-NL herhaaldelijk op


timer
10:00

Slide 4 - Slide

Was machen wir heute?
  • Wörter schreiben und abfragen

  • Informationen herhalingstoets
  • Erklärung bezittelijke voornaamwoorden
  • An die Arbeit
  • deutsches Lied 

Slide 5 - Slide

Lernziel

- aan het einde van de les kan je tenminste 3 bezittelijke voornaamwoorden in het Duits benoemen, doordat je aantekeningen en opdrachten hebt gemaakt.

Slide 6 - Slide

Herhalingstoets
  • Gemiddeld cijfer op mavo 7,0
  • Gemiddeld cijfer op havo 7,0
  • Mogelijkheid om te herkansen
  • Mogelijkheid om de toets in te zien

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Heft
Noteer de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden!


mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun
uw
  • mein(e)
  • dein(e)
  • sein(e)
  • ihr(e)
  • unser(e)
  • euer(e)
  • ihr(e)
  • Ihr(e)

Slide 9 - Slide

  • Bij de bezittelijke voornaamwoorden kan er een -e achter komen.
  • Waarom?
  • Als het zelfstandige naamwoord achter het bezittelijke voornaamwoord vrouwelijk of meervoud is dan komt er net als bij ein en kein een -e achter het bezittelijk voornaamwoord.
  • Er staan 4 verschillende vormen van ihr. Wat is het verschil?
  • ihr als persoonlijk voornaamwoord betekent jullie en als bezittelijk voornaamwoord haar, hun en uw. Let op de hoofdletter bij de uw-vorm!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

An die Arbeit
Machen: 



Hoe? De eerste 10 minuten in stilte, daarna fluisteren

Klaar? Opdracht 1, Kapitel 3.3 online
Online: Kapitel 3--->versterk jezelf----------->
timer
15:00
Na klar online, Kapitel 2
Paragraaf 3.2 Opdracht 11, 12, 13



Slide 14 - Slide

Lernziel

- aan het einde van de les kan je tenminste 3 bezittelijke voornaamwoorden in het Duits benoemen, doordat je aantekeningen en opdrachten hebt gemaakt.

Slide 15 - Slide

Hausaufgaben
Leren: 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Auf Wiedersehen!

Slide 18 - Slide