2022_week40_2mh_les2_bezittelijke voornaamwoorden

1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus

  • Handy in die Tasche ohne tohn
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte bezig met opdracht 7 van Kapitel 3.4 online

Slide 2 - Slide

Machen: 
Na klar online Kapitel 3.5, Aufgabe 7
  1. Lees de tekst Wie feiert ihr Geburtstag?
  2. Maak opdracht 7 en beantwoord de vragen in het Nederlands.
  3. In stilte
  4. Klaar: Schrijf de woordjes van Lektion 1, blz. 44 herhaaldelijk op. Van NL-DU en DU-NL
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
  • Leseaufgabe
  • Unsere Termine
  • Erklärung bezittelijke voornaamwoorden
  • An die Arbeit
  • Abschluss/ Hausaufgaben: 

Slide 4 - Slide

Lernziel

- aan het einde van de les kan je tenminste 3 bezittelijke voornaamwoorden in het Duits benoemen, doordat je aantekeningen en opdrachten hebt gemaakt.

Slide 5 - Slide

Termine 2mh2
1.Goede uitleg in het Nederlands 10 minuten max en rustig. Jullie geven aan als het te snel gaat.
2.Stil zijn als een ander aan het woord is.
3.Iedereen is aardig tegen elkaar. Elkaar niet uitlachen.
4. Samenwerken en alleen werken.
5.Zoveel mogelijk opdrachten maken tijdens de les.
6.Spelletjes 
7. Pas inpakken als docent het aangeeft.
8. Pas opstaan als de bel gaat.
9. Vinger opsteken, en anders opschrijven wat je wilt zeggen.
10.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Heft
Noteer de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden!


mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun
uw
  • mein(e)
  • dein(e)
  • sein(e)
  • ihr(e)
  • unser(e)
  • euer(e)
  • ihr(e)
  • Ihr(e)

Slide 8 - Slide

  • Bij de bezittelijke voornaamwoorden kan er een -e achter komen.
  • Waarom?
  • Als het zelfstandige naamwoord achter het bezittelijke voornaamwoord vrouwelijk of meervoud is dan komt er net als bij ein en kein een -e achter het bezittelijk voornaamwoord.
  • Er staan 4 verschillende vormen van ihr. Wat is het verschil?
  • ihr als persoonlijk voornaamwoord betekent jullie en als bezittelijk voornaamwoord haar, hun en uw. Let op de hoofdletter bij de uw-vorm!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

An die Arbeit
Machen: 



Hoe? De eerste 10 minuten in stilte, daarna fluisteren

Klaar? Opdracht 1, blz. 103 of 3.3 online
Online: Kapitel 3--->versterk jezelf--->
timer
15:00
Na klar online, Kapitel 2
Paragraaf 3.2 Opdracht 11, 12, 13



Slide 13 - Slide

Lernziel

- aan het einde van de les kan je tenminste 3 bezittelijke voornaamwoorden in het Duits benoemen, doordat je aantekeningen en opdrachten hebt gemaakt.

Slide 14 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Hausaufgaben
Leren: 
woordjes K. 4, Lektion.1 blz.44 
van NL-DU en DU-NL van boek B 

Slide 16 - Slide

Auf Wiedersehen!

Slide 17 - Slide