Les 7 - oefenen voor de toets

Welkom
timer
5:00
Socialiseren
 Jas aan de kapstok, neem rustig plaats.
Op tafel:  laptop (dicht)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
timer
5:00
Socialiseren
 Jas aan de kapstok, neem rustig plaats.
Op tafel:  laptop (dicht)

Slide 1 - Slide

Vandaag
Samen oefenen voor de toets

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les weet ik wat ik moet kennen en kunnen voor de toets taalverzorging. Ik weet wat ik nog moet leren. 

Slide 3 - Slide

Vul de zin met de juiste woorden aan:
Een citaat is opschrijven wat iemand […].

Slide 4 - Open question

Zet hoofdletters en leestekens waar dat nodig is.
A: de vakantieganger vertelt volgend jaar ga ik naar aruba
B: na de les vroeg sam aan lars waarom deed jij zo onaardig tegen kimberley

Slide 5 - Open question

Verander de zin zo, dat het een citaat wordt.
1. Karin zei dat ze geen zin had om naar de kermis te gaan.

Slide 6 - Open question

Verander de zin zo, dat het een citaat wordt.
2. Gisteren vroeg Samuel of ik meewilde naar de film.

Slide 7 - Open question

Is de persoonsvorm in de volgende zin goed of fout geschreven?
De conducteur fluitte drie keer voor het vertrek van de trein.

A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm?
De conducteur fluitte drie keer voor het vertrek van de trein.

Slide 9 - Open question

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm?
De fans schreeuwde luid bij de verschijning van Ariana Grande op het podium.


Slide 10 - Open question


Schrijf de 2 persoonsvormen en de 2 onderwerpen van de samengestelde zinnen op.
Als Mike om 15.00 uur thuiskomt, eet hij eerst een boterham.

Slide 11 - Open question


Schrijf de 2 persoonsvormen en de 2 onderwerpen van de samengestelde zinnen op.
Blijf jij je zo misdragen of pas je je een beetje aan?

Slide 12 - Open question


Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.
- Dit jaar […] (hebben-tt) consumenten niet veel […] (uitgeven) aan luxeartikelen, maar vorig jaar […] (besteden-vt) ze daar veel geld aan.

Slide 13 - Open question


Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes.
- Volgens Xander […] (beleven-tt) hij nooit wat en […] (leiden-tt) hij maar een saai
 leven.


Slide 14 - Open question

Welke samenstelling is fout geschreven?

A
Pannenkoekenschip
B
Koningszoon
C
manenschijn
D
geldgebrek

Slide 15 - Quiz

Tussenletter
Zonder tussenletter
dier+tuin
letter+type
bezorging+datum
man+koor
machine+kamer
kunstenaar+groep
kleur+foto

Slide 16 - Drag question

Tussenletters
Gebruik -en-

als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en: roos + geur = rozengeur
Let op: gebruik geen-en- als het eerste woord
een meervoud op -s heeft: garages, dus: garagebedrijf.
een meervoud op -en én -s heeft: groenten en groentes, dus: groentesoep.
iets is waarvan er maar één is, zoals ‘zon’ of ‘maan’: zonnescherm.
een versterkende betekenis heeft: apetrots, reuzesterk.
Gebruik -s-
als je de -s- hoort: beroepsvoetballer, lievelingskleur. Vervang het tweede woord als dat woord met een -s begint. Je hoort dan of je een tussen-s moet gebruiken: varkensstal, want varkensvlees







Slide 17 - Slide


Maak steeds een juiste samenstelling met de woorden tussen haakjes.
De stank is na zo’n dag niet te harden. Wat zijn goede (bestrijding + middelen)?  Je kunt op de bodem (zuivering + zout) , (kattenbak + vulling) of (krant + snippers)eerleggen. Je kunt eventueel ook een geurfilter in je (boord + vol) container hangen.

Slide 18 - Open question

Twee woorden die samen èèn begrip vormen schrijf je
A
aan elkaar
B
los

Slide 19 - Quiz

Goed of fout:
"Ik ben in het prikkel draad blijven hangen!"
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Goed of fout:
"Deze lift is buiten dienst."
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Goed of fout:
"Waarom heb jij al die spullen mee gesleept?"
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Goed of fout:
"Zorg ervoor dat je het touw van de boot goed los maakt."
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

Goed of fout:
"Hij werkt in de buiten dienst."
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

Evaluatie
Hoe ging deze LessonUp oefentoets?

Leren voor de toets: 
Nieuw Nederlands
Hoofdstuk 1 - leestekens - Taalverzorging
Hoofdstuk 2 - pv tt/vt en pv in samengestelde zinnen -Taalverzorging
Hoofdstuk 5 - Tussenletters - Taalverzorging
Hoofdstuk 6 - Aan elkaar of los? - Taalverzorging

Slide 25 - Slide