thema 'De keuken' les 3

Thema 'de keuken'
les 3
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 'de keuken'
les 3

Slide 1 - Slide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
het recept / de recepten
Ken jij het recept voor tomatensoep?
de lucifer / de lucifers
Met een lucifer steek ik de kaars aan.

Slide 2 - Slide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

de rommel
Ruim die rommel nou eens op!
de rotzooi
Na het feest was het een grote rotzooi op het terrein.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de hap / de happen
Ik neem een hap van mijn boterham.
de kan / de kannen
Er staat een kan met water op tafel.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

de doek / de doeken
Ik veeg met een doek over de tafel.
de koekenpan / de koekenpannen
Ik bak een eitje in de koekenpan.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

afwassen
Na het eten wassen we samen af.
koffie zetten
Ik zet koffie met mijn koffiezetapparaat.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

weggooien
Gooi jij de kauwgum even weg?.
bewaren
Vlees moet je in de koelkast bewaren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

koken
Ik kook elke avond een lekkere maaltijd.
bakken
Ik heb een lekkere taart gebakken.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

snijden / ik heb gesneden
Ik snijd de appel in stukjes.
het plafond
Het plafond is hoog.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
de rommel
B
de kan
C
de rotzooi

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet in het rijtje?

A
koffie zetten
B
koken
C
bakken
D
weggooien

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Maak een zin met
"de rommel"

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"het recept".

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"snijden".

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"koffie zetten".

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met
"bewaren".

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 24 - Slide

This item has no instructions