Afkortingen

Afkortingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Afkortingen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet/kun je:
  • vier manieren herkennen om woorden of woordgroepen korter op te schrijven;
  • afkortingen herkennen en gebruiken;
  • de betekenis van afkortingen uitleggen.

Slide 2 - Slide

4 manieren
Er zijn vier manieren om woorden of woordgroepen korter op te schrijven. 

a. Afkortingen: p. (pagina)
Een afkorting schrijf je met een of meer punten.
We gebruiken een hoofdletter als die ook in het afgekorte woord voorkomt.

b. Symbolen: g (gram)
Een symbool schrijf je zonder punt.

Slide 3 - Slide

4 manieren
c. Letterwoorden: vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs)
Een letterwoord gedraagt zich in de zin als een woord.
Als je het voorleest, spreek je de verkorte vorm af en niet het gehele woord) .
Een letterwoord schrijf je zonder punt.

d. Verkortingen: airco (airconditioning)
Een verkorting is opgebouwd uit n of meer lettergrepen van het hele woord.

Slide 4 - Slide

Hoeveel afkortingen?
Hierna komt een stukje tekst. Tel het aantal afkoringen.

Slide 5 - Slide

"Het middelbaar onderwijs in Nederland is onderverdeeld in het vmbo, havo en vwo. Alle Nederlandse jongeren moeten naar school. Buiten schooltijd hebben veel jongeren een bijbaan, bijv. in de horeca. Veel jongeren gaan op de fiets naar hun school of bijbaan. I.v.m. de vele fietstochten die door de jongeren worden afgelegd, is het belangrijk dat de fietspaden goed onderhouden zijn. De fietspaden worden vaak uitgerust met zgn. zoab."
A
6
B
7
C
9
D
8

Slide 6 - Quiz

Goed opgelet?
Hierna komen een aantal vragen die je moet beantwoorden.

Slide 7 - Slide

Wat betekenen de onderstaande afkorting?
Benelux

Slide 8 - Open question

Wat betekenen de onderstaande afkorting?
z.g.a.n.

Slide 9 - Open question

Wat betekenen de onderstaande afkorting?
ed.

Slide 10 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
in verband met

Slide 11 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
curriculum vitae

Slide 12 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
Land- en Tuinbouworganisatie

Slide 13 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
eventueel

Slide 14 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
coöperatieve vereniging

Slide 15 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
bijvoorbeeld

Slide 16 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
centrale verwarming

Slide 17 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
donkere kamer

Slide 18 - Open question

Kort onderstaand woord(en) af.
commanditaire vennootschap

Slide 19 - Open question

Je hebt gezien dat cv voor een aantal afkortingen staat. Hoe weet je nou waar de afkorting dan voor staat?

Slide 20 - Open question

En als je het niet weet....
  1. Zoek het op in een woordenboek
  2. Google is jouw vriend
  3. Vraag het aan iemand die slimmer is

Slide 21 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Ga nu aan de slag met:
Werkboek(je)
VO-Next
NUMO

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide