What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les bijvoegelijknaamwoord
Bienvenue // 00.00.0000
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bienvenue // 00.00.0000
Slide 1 - Slide
planning
1. herhaling
2. Opdrachten: blz 30 oef 32
3. Nakijken
4. reflectie
Doel
: werkwoorden die eindigen op -er, avoir, être kunnen vervoegen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
adjectif - bijvoeglijk vnw
un pull
noir
- een zwarte trui
une fille
intelligente
- een intelligent meisje
un chauffeur
polonais
- een Poolse chauffeur
Slide 4 - Slide
adjectif - bijvoeglijk vnw
Hoe vorm je het bijvoeglijk naamwoord?
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
x
e
Meervoud
+s
+es
Slide 5 - Slide
J'ai deux .......................... (grand) frères et une .......................... (petit) soeur.
Nous avons une voiture ...................... (rouge)
Ma copine porte des chaussures ........................ (noir)
M
V
Enkelvoud
x
e
Meervoud
+s
+es
Slide 6 - Slide
J'ai deux
grands
(grand) frères et une
petite
. (petit) soeur.
Nous avons une voiture
rouge
(rouge)
Ma copine porte des chaussures
noirs
(noir)
M
V
Enkelvoud
x
e
Meervoud
+s
+es
Slide 7 - Slide
Geen verandering
Indien een bijvoeglijk naamwoord in de 'vaste' vorm (mannelijk enkelvoud) al op een
e
eindigt, dan krijgt het bij de vrouwelijke vorm
geen
extra
e
.
Il est jeune
(hij is jong
Elle est jeune
(zij is jong)
Papa est honnête
(papa is eerlijk)
Mama est honnete
(mama is eerlijk )
Slide 8 - Slide
J'ai deux .......................... (grand) frères et une .......................... (petit) soeur.
2 Nous avons une voiture ...................... (rouge)
3 Ma copine porte des chaussures ........................ (noir)
Slide 9 - Slide
Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues
Slide 11 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts
Slide 12 - Quiz
http://www.talenwijzer.com/bijvoeglijke-naamwoorden-adjectifs-oefenen.html
https://www.youtube.com/watch?v=iTi5UbRoShE
Slide 13 - Slide
More lessons like this
Bijvoeglijk naamwoord (2A)
November 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2V 19/1
January 2021
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1HV 30/3
March 2021
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Qu'est-ce que tu portes?
March 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1e klas les 31.05 couleurs vetements adjectifs
June 2022
- Lesson with
15 slides
Frans
Basisschool
Groep 8
Les 06 dec
December 2022
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
L'ADJECTIF (klas 1)
June 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
14 days ago
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2