Schrijven taalverzorging 3F

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Vorige lessen

Verkennen van de examenopdracht

Inhoud van de schrijfopdracht

Opbouw van de schrijfopdracht

Afstemmen op de doelgroep

Deze les

Deze les ga je werken aan je taalverzorging.

Belangrijke datum

15 april examen schrijven

Taalverzorging en het examen schrijven

Drie categorieën 

1. spelling

2. interpunctie

3. formuleren

1. Per categorie maximaal 1,5 punt aftrek
2. maximaal 3,5 punt aftrek in totaal

Meest gemaakte fouten

• samenstellingen
• werkwoordspelling
• zij/hun/hen
• hoofdletters
• te lange zinnen 

Taalverzorging bij het schrijven

1. Tijdens het schrijven: 

veel dingen doe je automatisch goed omdat je dit al goed kunt.

2. Na het schrijven:

lees je hele tekst na.

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

ik loop

jij loopt/ loop jij

hij loopt

wij lopen

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

ik werk

jij werkt/ werk jij

hij werkt

wij werken

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd

ik word

jij wordt/ word jij

hij wordt

wij worden

Werkwoordspelling verleden tijd

ik werkte

jij werkte

hij werkte

wij werkte

Werkwoordspelling verleden tijd

ik waadde door het water

jij waadde door het water

hij waadde door het water

wij waadden door het water

Werkwoordspelling verleden tijd

ik brandde een kaarsje

jij brandde een kaarsje

hij brandde een kaarsje

wij brandden een kaarsje

Dat kleine kaarsje (branden) al uren

1. brand
2. brant
3. brandt

Ik (worden) hier gek van.

1. werd
2. werdt

De boerderij (bevinden) zich naast een industrieterrein.

Aan de slag

Op studiereader.nl:

Examentraining instellingsexamens --> hoofdstuk 1 - Schrijven opdracht 1 t/m 6

Op studiemeter.nl:

Starttaalonline --> 3F --> Werkwoordspelling, spelling en stijlkwesties

Je werkt zelfstandig aan deze opdrachten, heb je vragen dan kun je deze stellen in Teams.