Les 3.3.

Ontwikkeling 3.3.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Ontwikkeling 3.3.

Slide 1 - Slide

Vang de bal
  • Noem de vier ontwikkelingsfases van het tekenen
  • Welke ontwikkelingsgebieden worden er gestimuleerd met het tekenen?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen 3.3.
  • De student kent de begrippen van de taalontwikkeling en gebruikt deze bij het beschrijven van de taalontwikkeling:                                              (intonatie, begripsvorming, receptieve/productieve woordenschat/ ontluikende/ beginnende/gevorderde geletterdheid etc.)


  • De student weet hoe de taalontwikkeling van het kind van 0 – 5 jaar verloopt.  




Paragraaf 6.1. en 6.2.

Slide 4 - Slide

Overzicht taalontwikkeling
0-1 jaar
klanken en brabbelen
1 - 2.5 jaar
De eerste woordjes
2,5 - 5 jaar
praten met andere 

Slide 5 - Slide

0 - 1 jaar
  • Brabbelen: bababa en papapa 
  • intonatie:  verandering in de klank zodat het woord opvalt
  • begripsvorming: Een woord krijgt een betekenis
  • receptieve woordenschap: Woord herkennen, maar nog niet zelf kunnen gebruiken (vb. flesje)
  • productieve woordenschat: het kind gaat het woord zelf ook gebruiken

Slide 6 - Slide

1 - 2,5 jaar
  • 1-woordzin: verhaal vertellen met 1 woord 'Fles'
  • 2-woordzin: verhaal vertellen met 2 woorden: 'Fles Melk"
  • ontluikende geletterheid: Bewust van geschreven tekens en de functie daarvan


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Welke begrippen herken je in het filmpje?
A
1-woordzin
B
2-woordzin
C
Receptieve woordenschat
D
Productieve woordenschat

Slide 9 - Quiz

2,5 - 5 jaar 
  • 3-woordzin: Eerst mama eet. Nu mama eet koek 
  • woordenschatexplosie: veel nieuwe woorden leren
  • taalgrapjes: stoep en poep, 
  • Nieuwsgierig: Veel waarom vragen
  • aangeboren taalbegrip: Een deel van de hersenen is voorgeprogrammeerd om taal te leren 

Slide 10 - Slide

2,5 - 5 jaar

  • metalingustisch bewustzijn: Over taal na kunnen denken 

Slide 11 - Slide

Welk begrip past hierbij?
In de leeftijd van 2 – 4 jaar wordt het kind zich bewust van geschreven taal en de functie van letters
A
woordenschatexplosie
B
ontluikende geletterheid
C
aangeboren taalbegrip
D
beginnende geletterheid

Slide 12 - Quiz

Een kind is oprecht nieuwsgierig om taal te leren
A
Juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Eindopdracht
Maak een verteltafel in groepen van 3/4 studenten:
  • Kies een prentenboek
  • Verantwoord bij welke doelgroep + taalontwikkeling het gekozen prentenboek past.
  • Beschrijf hoe je de verteltafel wilt vorm geven 
  • Maak een materialenlijst voor spullen die je nodig hebt om de verteltafel te maken.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

volgende les
Verdieping taalontwikkeling 0-5 jaar

Slide 16 - Slide