H4-lundi 12 juin 2023

H4-lundi 12 juin 2023
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4-lundi 12 juin 2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

  1. Jas buiten het lokaal
  2. Telefoon in je tas
  3. Kauwgom in de afvalbak

  4. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  5. Pak je spullen:
  6. agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
  7. Tas op de grond naast je tafel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
In deze les (de laatste van sj 22-23)
  • Vragen over toetsstof
  • Werkwoorden
  • Woordjes
  • Bezittelijk vnw

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Start je chromebook
Log in in LessonUp en ga naar deze les.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De imparfait

= o.v.t. (verleden tijd)
In het Frans: stam + uitgang

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe kom je tot de stam van een werkwoord?

Slide 6 - Open question

présent -> nous vorm zonder -ons

handig vooral bij de onregelmatige werkwoorden.

geldt voor alle werkwoorden behalve être
Wat zijn de uitgangen van de imparfait?

Slide 7 - Open question

ais
ais
ait
ions
iez
aient
Zet het werkwoord in de imparfait:
vous (allez) .....

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Zet het werkwoord in de imparfait:
je (regarder) ............

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Zet het werkwoord in de imparfait:
il (vouloir) ....

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

De futur
= o.t.t.t. (toekomende tijd)
In het Frans: hele werkwoord + uitgang

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de uitgangen van de futur?

Slide 12 - Open question

ai
as
a
ons
ez
ont
Zet het werkwoord in de futur:
je (chercher) ......

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Zet het werkwoord in de futur:
elle (être) ..........

Slide 14 - Open question

ai
as
a
ons
ez
ont
Zet het werkwoord in de futur:
vous (croire) .......

Slide 15 - Open question

ai
as
a
ons
ez
ont
Let op:
Présent, imparfait = stam + uitgang
Futur                            = hele werkwoord + uitgang

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Examenvocabulaire (stencil)
Positieve woorden (p.6) - 5 minuten leren

Na 5 minuten: quizlet
timer
1:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Examenvocabulaire (stencil)
Negatieve woorden (p.6, 7) - 5 minuten leren

Na 5 minuten: quizlet
timer
1:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bezittelijk vnw
mon, ma, mes
ton,   ta,    tes
son,  sa,   ses
notre,       nos
votre,        vos
leur,           leurs

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vertaal het bez.vnw.:
Voilà (mijn) petit frère.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Vertaal het bez.vnw.:
(Onze) voisins sont très sympa.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Vertaal het bez.vnw.:
(Zijn) grand-mère est très petite.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Vertaal het bez.vnw.:
Ce sont (uw) bonbons?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Deze stof is mij nog niet duidelijk: ....

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Ik wil heel graag oefenen met .....

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag met 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Pak nu rustig je tas in.
Wacht op je stoel tot de bel gaat.
Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.
Bonne chance! Heel veel succes met alle toetsen!!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions