VD 1 - herkennen van een voltooid deelwoord

Wat weet je nog over
het voltooid deelwoord?
1 / 25
next
Slide 1: Mind map
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat weet je nog over
het voltooid deelwoord?

Slide 1 - Mind map

Wanneer moet ik een voltooid deelwoord (vd) invullen?

1) Maak de zin vragend
2) Wat je moet invullen komt niet vooraan te staan, maar iets van hebben/ zijn/ worden staat vooraan.

maken                  Ik heb gisteren mijn huiswerk __________________.
maken                  Ik _______________gisteren mijn huiswerk.

Slide 2 - Slide

stinken

Onze hond heeft _____________.
A
JA
B
NEE

Slide 3 - Quiz

vinden

Vorige week _____________ ik een schelp op het strand.
A
JA
B
NEE

Slide 4 - Quiz

fluisteren

Pim en Sofie _____________ over het nieuwe meisje.

A
JA
B
NEE

Slide 5 - Quiz

fluisteren

Pim en Sofie _____________ over het nieuwe meisje.

A
JA
B
NEE

Slide 6 - Quiz

Wanneer moet ik het voltooid deelwoord invullen?

Slide 7 - Open question

bestellen

Timo heeft het eten _____________.
A
JA
B
NEE

Slide 8 - Quiz

aaien

Vorige week _____________ we onze nieuwe hond.
A
JA
B
NEE

Slide 9 - Quiz

aaien

Vorige week hebben we onze nieuwe hond ______.
A
JA
B
NEE

Slide 10 - Quiz

verzoeken

Vorige week _____________ jij om uitstel van je spreekbeurt
A
JA
B
NEE

Slide 11 - Quiz

nemen

Rick _____________ een fiets mee in de trein.

A
JA
B
NEE

Slide 12 - Quiz

lezen

De kinderen _____________ gisteren elk in hun eigen boek.

A
JA
B
NEE

Slide 13 - Quiz

bestellen

Lea heeft een jurkje _____________.

A
JA
B
NEE

Slide 14 - Quiz

tekenen

Ik _____________ toen een kat.
A
JA
B
NEE

Slide 15 - Quiz

verwoesten

De bouwvakker heeft het gebouw _____________.


A
JA
B
NEE

Slide 16 - Quiz

Wanneer moet ik het voltooid deelwoord invullen?

Slide 17 - Open question

hangen

Vorige week _____________ ik de potjes aan de muur.


A
JA
B
NEE

Slide 18 - Quiz

springen

De turnsters _____________ een gat in de lucht toen ze wonnen.


A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quiz

vissen

De kinderen hebben de hele dag _____________.


A
JA
B
NEE

Slide 20 - Quiz

filmen

Mijn vader heeft mijn geboorte _____________.


A
JA
B
NEE

Slide 21 - Quiz

redden

We hebben de kat _____________.



A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quiz

Wanneer moet ik het voltooid deelwoord invullen?

Slide 23 - Open question

Hoe hebben
we gewerkt?

Slide 24 - Mind map

Ik weet nu wanneer ik het voltooid deelwoord moet invullen.
A
JA, ik snap het!
B
NEE, ik wil extra uitleg

Slide 25 - Quiz