Leerdoelen Paragraaf 3.1: Sociale ongelijkheid (1)
Ik kan de definitie van het kernconcept ‘sociale ongelijkheid’ geven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van het begrip ‘discriminatie’ en kan uitleggen waarom discriminatie verschilt van sociale ongelijkheid.
Ik kan de vier vormen van sociale ongelijkheid noemen, omschrijven, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van de begrippen ‘maatschappelijke ladder’, ‘beroepsprestigeladder’, ‘sociale stratificatie’ en ‘sociale lagen’ en kan deze herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van de begrippen ‘positietoewijzing’ en ‘positieverwerving’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.
Ik kan een omschrijving geven van de begrippen ‘open samenleving’ en ‘gesloten samenleving’ en kan deze onderscheiden, herkennen in en toepassen op een (zelfgekozen) bron.