Leesvaardigheid (introductie)

Beantwoord de vraag
Startopdracht
Dilemma: Wat heb je écht nodig om een tekst te begrijpen?

🔹 "Achtergrondkennis? Onzin! Alles wat ik moet weten, staat gewoon in de tekst. Daar lees je toch juist voor?"

🔸 "Zonder enige kennis van het onderwerp mis je de clou, hoe goed je ook leest."

🔻 "Zonder flinke woordenschat snap je de helft niet—zelfs als je het onderwerp kent."
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Beantwoord de vraag
Startopdracht
Dilemma: Wat heb je écht nodig om een tekst te begrijpen?

🔹 "Achtergrondkennis? Onzin! Alles wat ik moet weten, staat gewoon in de tekst. Daar lees je toch juist voor?"

🔸 "Zonder enige kennis van het onderwerp mis je de clou, hoe goed je ook leest."

🔻 "Zonder flinke woordenschat snap je de helft niet—zelfs als je het onderwerp kent."

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Je hebt de module schrijfvaardigheid afgerond.
Deze les
Introductie leesvaardigheid
Vooruitblik
Aan de slag met de leerdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoge verwachtingen
Je benut mijn lessen optimaal en ongestoord.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van de lessen Nederlands
De lessen zijn doordacht en voorspelbaar.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leren tijdens de lessen
Je verwerkt de leerstof vaak zelfstandig en in stilte.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kernfusie is het samensmelten van van de kernen van atomen, waarbij een andere, zwaardere kern wordt gevormd. Wanneer atomen van lichte elementen zoals waterstof samensmelten, wordt hierbij een deel van de massa omgezet in energie, in het geval van waterstof ongeveer 0,67%. Het fuseren van zwaardere atomen kost daarentegen juist energie. De overgang tussen 'licht' en 'zwaar' ligt in deze context bij het element ijzer.
Welke kennis heb je hier nodig om de tekst te begrijpen?

Slide 6 - Slide

Je kent veel woorden, maar mogelijk heb je te weinig voorkennis over kernen, atomen en het omzetten van massa.
Dirk geloofde Lucy toen ze zei dat ze een huisje aan een meer bezat, tot ze zei dat het huis maar 40 meter van het water staat bij hoogtij.
Welke kennis heb je hier nodig om de tekst te begrijpen?

Slide 7 - Slide

Meren kennen geen eb en vloed. Daarom wist Dirk dat Lucy loog.

Achtergrondkennis is dus niet alleen nodig om losstaande ideeën te begrijpen, maar is ook noodzakelijk om de connectie tussen ideeën te begrijpen.
Het kan zelfs zo zijn dat schrijvers meerdere ideeën op hetzelfde moment samenvoegen in een coherent geheel. (zie de volgende tekst uit hoofdstuk 35 van Moby-Dick)
De procedure is eigenlijk redelijk eenvoudig. Allereerst, sorteert u de verschillende items in verschillende groepen. Uiteraard kan één stapel voldoende zijn, afhankelijk van hoeveel er moet gebeuren. Als u, door een gebrek aan faciliteiten, ergens anders heen moet gaan, dan is dat de volgende stap. Mocht u wel de juiste faciliteiten hebben, bent u klaar om te beginnen. Het is belangrijk om niet te overdrijven. Dat wil zeggen: het is beter om wat minder in één keer te doen in plaats van te veel.
Welke kennis heb je hier nodig om de tekst te begrijpen?

Slide 8 - Slide

Waarschijnlijk ken je alle woorden uit deze tekst. Toch is het niet duidelijk waar de tekst over gaat. Uit een test bleek  dat deelnemers weinig onthielden van de tekst.
Hoe doe je de was?
De procedure is eigenlijk redelijk eenvoudig. Allereerst, sorteert u de verschillende items in verschillende groepen. Uiteraard kan één stapel voldoende zijn, afhankelijk van hoeveel er moet gebeuren. Als u, door een gebrek aan faciliteiten, ergens anders heen moet gaan, dan is dat de volgende stap. Mocht u wel de juiste faciliteiten hebben, bent u klaar om te beginnen. Het is belangrijk om niet te overdrijven. Dat wil zeggen: het is beter om wat minder in één keer te doen in plaats van te veel.
Welke kennis heb je hier nodig om de tekst te begrijpen?

Slide 9 - Slide

Met de titel boven de tekst krijgen de zinnen betekenis. We begrijpen nieuwe informatie door deze te verbinden aan kennis in ons hoofd.
1. Woordenschat maakt onderdeel uit van achtergrondkennis en is essentieel voor lezen met begrip.

2. Kennis die niet beschreven wordt, wordt aangevuld vanuit je achtergrondkennis.

3. Achtergrondkennis maakt het mogelijk dat losstaande ideeën gecombineerd worden.
Welke kennis heb je nodig om teksten te begrijpen?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom leesvaardigheid?
Om een kritische en geïnformeerde deelnemer aan onze maatschappij te zijn, helpt het om een geoefende lezer te zijn die de inhoud van teksten kan beoordelen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe ga je leren?
Je leert actief lezen: markeren, vragen stellen, verbanden leggen. Zo ga je in gesprek met de tekst, niet erlangs heen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je leren en doen?
We lezen korte, actuele teksten en oefenen met annoteren, structuur blootleggen en checken hoe voorkennis helpt bij het begrijpen.
Afsluiting: een toets over leesvaardigheid in juni (3x)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat maakt lezen lastig?
(maar vooral relevant?)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bereid je slim voor
Je moet de begrippen kennen
Om ze correct te kunnen herkennen en benoemen in oefenopgaven uit de module.
Daardoor kun je de theorie vervolgens met vertrouwen en op de juiste manier toepassen in een hele tekst.
Zodat je zowel binnen als buiten de lessen Nederlands meer begrijpt, beter begrepen wordt én meer invloed hebt.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lees de theorie over betrouwbaarheid op p.12 (Kern).
Maak opdracht 1, 2, 5, 6 en 8 (H2, vanaf p.12).
Je werkt zelfstandig en in stilte.
Hulp nodig?
Noteer je vraag en ga door met de volgende vragen.


Klaar?
Doe verder onderzoek naar betrouwbaarheid van bronnen. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions