mavo, havo, vwo - 1.4 grammatica - klas 2

Grammatica


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica


Slide 1 - Slide

Herhaling lesstof
Zindsdeel - bestaat uit één of meerdere woorden die bij elkaar horen. Elk zinsdeel heeft een bepaalde functie in een zin.
(bv. een onderwerp of een gezegde)

Zinsdelen benoemen wordt ook wel redekundig ontleden genoemd!

Slide 2 - Slide

Herhaling lesstof
Persoonsvorm - een vorm van het werkwoord
                             (altijd één woord)
Je vindt de pv door de tijdproef toe te passen.

Je vindt de pv door de zin in een andere tijd te zetten. 
tt --> vt            of             vt --> tt

Slide 3 - Slide

Herhaling lesstof
Voorbeeld:
Tegenwoordige tijd: 
De leerling komt op tijd.              komt = pv
 
Verleden tijd:     
De leerling kwam op tijd.            

Slide 4 - Slide

Herhaling lesstof 
Onderwerp - zegt wie of wat de handeling uitvoert
( onderwerp staat vaak naast de persoonsvorm)
Voorbeeld:
De nieuwe leerling | gaat | daarna | aan de slag. 

De gebiedende wijs heeft geen onderwerp
Voorbeeld: Pak op!  Geef antwoord! 

Slide 5 - Slide

Herhaling lesstof
Werkwoordelijk gezegde - Alle werkwoorden in de zin (inclusief de persoonsvorm)

Lijdend voorwerp - wie/wat + wg + o ?
Voorbeeld: Maak de oefening op een blaadje
    Hij      zwaait      opa     en     oma     uit. 




Slide 6 - Slide

Herhaling lesstof
Meewerkend voorwerp - aan/voor wie/wat + wg + o + lv ? 
(als je aan/voor voor een zinsdeel kan zetten is het een mv)
Voorbeeld: Maak de oefening op een blaadje
                     Jose    geeft     Jan  een  cadeau.

Bijwoordelijke bepaling - zinsdelen die overblijven en geven antwoord op de vragen: wanneer, waar, hoe, waarom, waardoor en waarmee. 

Slide 7 - Slide

Herhaling lesstof
Voorbeeld: Benoem de zinsdelen. Maak de oefening op een blaadje.

Met   een   grote   glimlach   overhandigde   de   leerling   haar

verslag   over   groene   energie.

Slide 8 - Slide

Uitleg nieuwe lesstof
Vaste volgorde: 
  1. Zoek de pv en onderstreep deze.
  2. Herken de zinsdelen en zet zinsdeelstrepen
  3. Zoek het werkwoordelijk gezegde op (wg)
  4. Zoek het onderwerp op (o)
  5. Zoek het lijdend voorwerp op (lv)
  6. Zoek het meewerkend voorwerp op (mv)
  7. Zinsdelen die overblijven zijn meestal bijwoordelijke bepalingen (bwb)

Slide 9 - Slide

Antwoorden
 Hij | zwaait | opa en oma | uit.    Lv= opa en oma

Jose | geeft | Jan | een cadeau.  Mv= Jan

Met een grote glimlach (bwb) | overhandigde (pv) | de leerling (ond) | haar verslag over groene energie (lv). 

Slide 10 - Slide