oefenen spelling

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 1

juiste spelling

Er komen zometeen een aantal zinnen. Kies in elke zin de juiste spelling van het werkwoord. 

Mijn vader .... het hout voor de haard.

1. kloof
2. klooft
3. kloov
4. kloovt

Ik .... er niet voor terug die sprong te nemen.

1. deinzt
2. deinz
3. deinzs
4. deins

Waarom .... je steeds zo?

1. snuif
2. snuift
3. snuiv
4. snuivt

Neem de zin over

Neem de zin over en verbeter de fout gespelde werkwoorden.

Dus: Schrijf de zin zonder fouten op.

Let op! Een zin begint met een hoofdletter, en eindigt met een punt! 

Een liefdesbriefje.
Ik gelooft dat je niet meer van me houd. Ik verliez je toch niet? Je word echt gelukkig bij mij!

Mijn vader heeft een auto gekocht gisteren. Hij glunderd helemaal nu. Zo blij is hij nog nooit geweesd!

Ik ... (vieren) gisteren mijn verjaardag.

Noteer bij de volgende werkwoorden de ik-vorm, de wij- vorm voor de verleden tijd. 

voorbeeld: 

slapen

jij vult in: 

ik sliep, wij sliepen

grijnzen

maken

stoten

bieden

gaan

roepen

voltooid deelwoord

Noteer van de volgende zinnen het voltooid deelwoord. 

Je hoeft alleen het voltooid deelwoord op te schrijven! 

Hoeveel heb je voor die trui ... (betalen)

Wie heeft je dat geheim ... (vertellen)?

Mijn broertje wordt naar school ... (brengen)

De (1) helpt de (2) bij het redden van de (3).

1. polieti- milietairen - kindderen
2. Poletie - mielitairen - kinderen
3. Polietie - milietaren - kindderen
4. politie - militairen - kinderen

Zelfstandige naamwoorden

zoek alle zelfstandige naamwoorden in de zin. 

Schrijf ze op, met een komma ertussen. 

voorbeeld: 

Ik drink een glas water omdat ik een droge keel heb.

Je vult in: 

glas, water ...(etc)

Een tijger? Een krokodil? Of een neushoorn? Nee, het gevaarlijkste dier voor de mens is een mug!

Lotte gaat vandaag een dagje naar het mooie Amsterdam. Ze bezoekt het Rijksmuseum en voert de duiven op de Dam.

Vermeerderen … (bacterie) zich ook in … (zee)?

Schoonmaken doe je met ... voor

1. gloor
2. chloor
3. chloor