Poëzie - stijlfiguren

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
Vorige les: oefenen met herkennen van beeldspraak en rijmvormen in een gedicht. 
Deze les: introductie stijlfiguren

Slide 2 - Slide

Wat weet je over stijlfiguren?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Ik zag de boom elke dag groter groeien.
A
Herhaling
B
Pleonasme
C
Tautologie

Slide 5 - Quiz

Met die instelling en mentaliteit ga jij het nog erg lastig krijgen.
A
Herhaling
B
Pleonasme
C
Tautologie

Slide 6 - Quiz

Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan de tijd;
Altijd november, altijd regen,
Altijd dit lege hart, altijd.
A
Herhaling
B
Pleonasme
C
Tautologie

Slide 7 - Quiz

Ik brandde mijn handen aan het hete vuur.
A
Herhaling
B
Pleonasme
C
Tautologie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

De kleuter stikte van het lachen.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 10 - Quiz

Op dit moment zit hij tussen twee banen in.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 11 - Quiz

De directeur van Shell heeft een aardig salarisje.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Is dit een retorische vraag:

Zo kan het toch niet langer?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Is dit een retorische vraag:

Vind je dat we ons meer moeten inzetten voor het milieu?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Is dit een retorische vraag:

Wil je soms een draai om je oren?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Inleverdatum PO
Donderdag 25 maart 

Slide 18 - Slide