Week 39_Maandag_Blokuur_3H_Stillezen_WS_MTV_BL

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat ging goed?
- Bezoek Khalid Boudou

Wat hebben we geleerd?
- Start gemaakt met tekststructuren 

Wat hoef je niet te kunnen?
- metafoor, vergelijking, personificatie


Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
Toetsplanning bespreken - (5 min)
Leesvaardigheid  - stillezen (15 min)
Mondelinge taalvaardigheid - filmpje bekijken (15 min)
Woordenschat - woorden oefenen via Quizlet (10 min)

Slide 4 - Slide

Toetsplanning periode 1a
Spelling/grammatica - maandag 9 okt of dinsdag 10 okt (geen cijfer wel %)
Schrijven 'werkstuk'-  maandag 16 okt (tussentijdse deadline) sentijdse Leesvaardigheid  incl woordjes leren - dinsdag 17 okt (i.p.v. 3 okt)
Schrijven 'werkstuk'- maandag 31 okt 
Leesvaardigheid - pitchen (elke week) (geen cijfer, wel beoordeling)

Slide 5 - Slide

timer
15:00

Slide 6 - Slide

Werkstuk schrijven

Welk onderwerp heb je gekozen?
Pitchen            

Klassikaal 'speeddaten'      

Slide 7 - Slide

Filmpje kijken (10 min)
Doel:
Je weet wat voor soort vragen er zijn.
Je weet wat voor interviewvragen er zijn (handig voor je werkstuk schrijven)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Wat ga je doen?

  • Ga naar: 3havoichthus.weebly.com
  • Ga naar woordenschat
  •  Open Quizlet (kaarten)

Slide 10 - Slide

Wat gaan we doen?
Voorlezen docent (10 min)
Leesvaardigheid  - theorie bekijken en oefenen (15 min)
Leesvaardigheid - krantenartikel lezen en opdrachten maken (20 min)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voorlezen

Slide 13 - Slide

Lesdoel
Je leert:
- het onderwerp van een tekst vinden
- hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden
- de hoofdgedachte verwoorden
- woordraadstrategieën in te zetten

Slide 14 - Slide

Orënterend lezen (onderwerp zoeken)
- Kijk naar de titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden.
- Je leest de eerste alinea. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Globaal lezen (deelonderwerp zoeken)
- Lees vooral de eerste en laatste zin van de alinea's 





Globaal lezen
Precies lezen 
- Je leest alle zinnen van het begin tot het eind

Zoekend lezen (informatie zoeken)
- Bekijk de titel en tussenkopjes om je antwoord snel te vinden.
- Kijk naar anders gedrukte woorden, tekens, grafieken, tabellen en afbeeldingen.

Slide 15 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst? (blz 49)

Slide 16 - Mind map

Antwoord:

Het onderwerp is: 
1 gehoorschade door harde muziek (bij 3FM-dj Paul Rabbering)






Slide 17 - Slide

Volgens welke volgorde is de tekst opgebouwd?
A
probleem-gevolgen- oorzaak-oplossing
B
probleem-gevolgen-oplossing-oorzaak
C
probleem-oorzaak-oplossing-gevolgen
D
probleem-oorzaak-opslossing-gevolgen

Slide 18 - Quiz

timer
1:00
Wat is het tekstverband tussen de laatste zin van alinea 2 en de eerste zin van alinea 3?

Tip: kijk naar de signaalwoorden

Slide 19 - Mind map

Antwoord:

Het tekstverband is een tegenstellend verband






Slide 20 - Slide

timer
1:00
Aan welke signaalwoord herken je dat verband?

Slide 21 - Mind map

Antwoord:

Je herkent het aan het signaalwoord 'toch'. 






Slide 22 - Slide

Theorie lezen
Ga naar hoofdstuk 2
Lees bladzijden 49 & 50

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Werkwijze
Je leest een krantenartikel en beantwoordt de vragen.
De antwoorden vergelijken we met elkaar.
We bespreken wat je geleerd hebt van deze les.

Slide 25 - Slide

Een tekst heeft een argumentatiestructuur. Welke inhoud verwacht je dan in de inleiding, de kern en het slot?
A
inl: vraag, kern: antwoorden, slot: beste antwoord
B
inl: probleem, kern: mogelijke oplossing, slot: beste oplossing
C
inl: onderwerp, kern: diverse informatie over ond., slot: samenvatting
D
inl: stelling, kern: argumentatie, slot: conclusie

Slide 26 - Quiz

Met welke leesstrategie vind je het onderwerp van een tekst?
A
oriënterend lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 27 - Quiz

Lees oriënterend om het onderwerp te vinden
- Kijk naar de titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden.
- Je leest de eerste alinea. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Slide 28 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 29 - Open question

Lees globaal om deelonderwerpen te vinden
Lees vooral de eerste en laatste zinnen van alle alinea's.

Slide 30 - Slide

Geef aan wat de
deelonderwerpen in
deze tekst zijn.

Tip: lees de tekst globaal (eerste en laatste zinnen van alle alinea's)

Slide 31 - Mind map

Hoe trekt de schrijver de aandacht in de inleiding van de tekst?
A
Door een anekdote te vertellen.
B
Door de opbouw van de tekst te beschrijven.
C
Door de aanleiding van het schrijven te noemen.
D
Door een korte samenvatting te geven.

Slide 32 - Quiz

Tekstverbanden
http://3havoichthus.weebly.com/tekstverbanden.html

Slide 33 - Slide

Zoek in de kern van de tekst naar een opsommend, chronologisch, tegenstellend of toelichtend verband. Citeer deze zin (schrijf de eerste twee en laatste twee woorden van de zin op). Noem ook het signaalwoord dat bij dit tekstverband past.

Slide 34 - Open question

Tekststructuur
http://3havoichthus.weebly.com/tekststructuren.html 

Inleiding herkennen door:
vraag / standpunt/ 

Slide 35 - Slide

Welke tekststructuur heeft deze tekst? Verklaar met behulp van de inhoud van inleiding-kern-slot, aspectenstructuur, probleem-oplossingsstructuur, voor- en nadelenstructuur, vraag/antwoordstructuur, argumentatiestructuur, probleem/oplossingsstructuur, verklaringsstructuur

Slide 36 - Mind map

We gaan oefenen met begrijpend lezen (krantenartikel) en schrijven (werkstuk) schrijven

Wat ga je doen of wat neem je mee?
  • Leesboek mee
  • Maak af opdracht 2 op bladzijde 50 (1, 2, 3, 5, 6 en 7)
  • Quizlets oefenen (5 min)
  • Lees de theorie nogmaals, of kijk naar bladzijde 7/8 & 49/50
  http://3havoichthus.weebly.com/tekststructuren.html

Flipping the Classroom

Slide 37 - Slide

Wat heeft deze les je opgeleverd?
A
Veel nieuws geleerd.
B
De theorie kende ik al, maar ik kan het nu beter toepassen.
C
Ik heb goed geoefend, maar vind het nog steeds moeilijk.
D
Niets, ik ben hier al heel goed in.

Slide 38 - Quiz

Kies nu wat je verder gaat doen:
A
De uitlegfilmpjes over begrijpend lezen bekijken.
B
Oefenen met Quizlet.
C
Meer informatie over het onderwerp zoeken.
D
Zelf een nieuwsbericht schrijven.

Slide 39 - Quiz