Vrouwelijke tractus genitalis

Vrouwelijke tractus genitalis
Anatomie, Fysiologie en Pathologie
Medisch secretaresse 
keuzedeel
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Vrouwelijke tractus genitalis
Anatomie, Fysiologie en Pathologie
Medisch secretaresse 
keuzedeel

Slide 1 - Slide

Vandaag?
Toets uropoetica en urokinetica
Vrouwelijke tractus genitalis

Slide 2 - Slide

Hoe voel je je vandaag?
0100

Slide 3 - Poll

heb je Sinterklaas gevierd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

geslachts- en voortplantingsorganen


Geslachtsorganen heten met een medische term: Genitalia
inwendige en uitwendige geslachtsorganen

Slide 5 - Slide

Welke geslachtsorganen horen bij de inwendige en welke bij de uitwendige ?

Slide 6 - Open question

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Uitwendige geslachtsorganen

Slide 9 - Slide

Vulva
Twee grote schaamlippen (labia majora)​

Venusheuvel (mons veneris)​
Twee kleine schaamlippen (labia minora)​
Ondiepe ruimte tussen labia minora= Sinus urogenitalis​
Het voorhof (vestibulum) met klieren van Bartholin (scheiden slijm af bij seksuele opwinding)​
De kittelaar (clitoris)




Slide 10 - Slide

Vagina
Kanaal van 8 cm ​
Voor paring (gemeenschap) en baring (baby)​
Is elastisch en rekbaar ​
Van binnen naar buiten:​
Laag slijmvlies van meercellig plaveiselepitheel​
Glad spierweefsel​
Laag elastisch bindweefsel ​
Zuurtegraad (kans op schimmelinfectie)

Slide 11 - Slide

Mammae
borsten zijn in aanleg bij zowel man als vrouw aanwezig.
in de puberteit komt de thelarche (borstontwikkeling) bij de vrouw op gang
onder invloed van progesteron en oestrogeen komt het klierweefsel tot ontwikkeling.

Slide 12 - Slide

Inwendige geslachtsorganen

Slide 13 - Slide

Ovaria (eierstokken)
Produceren eicellen (in follikels) + de vrouwelijke geslachtshormonen (geslachtsklieren):​

Progesteron: groei baarmoederslijmvlies (eicel kan nestelen) + zorgt dat boermoederslijmvlies bij zwangerschap intact blijft​
Oestrogeen: ontwikkeling primaire + secundaire geslachtsorganen + menstruatiecyclus

Slide 14 - Slide

Tubae uterina (eileiders)
Buisje van 10 cm tussen eierstok + baarmoeder​

Bestaat grotendeels uit gladspierweefsel​
Trilhaarepitheel (binnenkant) + peristaltiek (glad spierweefsel) zorgen voor vervoer van eicel naar baarmoeder​
Franje- achtig uiteinde: vangt eicel uit eierstok op


Slide 15 - Slide

Uterus (baarmoeder)
Bestaat uit veel spierweefsel, peervormig​
Mond uit in de cervix uteri (baarmoederhals)​
Portio (baarmoedermond)​
Is van binnen bedekt met baarmoederslijmvlies(endometrium) Zodra een bevruchte eicel zich in nestelt in de baarmoederwand: de placenta maakt hormoon HCG (=zwangerschapshormoon) dat ervoor zorgt dat de eierstokken geen eicellen meer laten rijpen​
Goede plaats voor innestelen eicel + groei baby

Slide 16 - Slide

Fysiologie van de vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 17 - Slide

Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie

A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Tijdens de menstruatie ..
A
Komt een eicel vrij uit de eierstok
B
Gaat een eicel dood in de eileider
C
Wordt de eicel bevrucht door zaadcellen
D
Stoot de baarmoeder het gemaakte slijmvlies af

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Menstruatiecyclus
Betrokken organen: ​
Hypothalamus: geeft signaal aan hypofyse​
Hypofyse: geeft FSH + LH af: ei follikel rijpt  eisprong​
Eierstokken: bevindt zich eicel​
Baarmoederslijmvlies: kan bevruchte eicel nestelen​
LH (Luteïniserend hormoon): rijpingsproces eifollikel + eisprong 

Slide 21 - Slide

Menstruatiecyclus
Betrokken hormonen:​
Oestrogeen: groei baarmoederslijmvlies ​
Progesteron: groei baarmoeder slijmvlies + remt aanmaak LH​
FSH (Follikelstimulerend hormoon): groei eifollikel eierstokken​
LH (Luteïniserend hormoon): rijpingsproces eifollikel + eisprong  

Slide 22 - Slide

3 fasen
1. Dag 0: Menstruatiefase (ongesteldheidsfase): wanneer geen bevruchting van eicel  Graafs follikel (rijpe eicel) verandert in een gelige korrelige massa (geel lichaam)  geen oestrogeen en progesteron  baarmoederslijmvlies afgestoten (bloedverlies).

Slide 23 - Slide

2. Dag 4- 15: Proliferatiefase (opbouwfase/oestrogene fase): baarmoederslijmvlies neemt toe/wordt dikker door oestrogeen uit de follikelcellen in de eierstokken + komt een eisprong  Graafse follikel  geel lichaam (corpus luteum). 

Slide 24 - Slide

3.  Dag 15-28: Secretiefase (afscheidingsfase): het gele lichaam in de eierstokken blijft oestrogeen maken en maakt nu ook progesteron  progesteron stimuleert het klierweefsel van baarmoederslijmvlies om slijmerig vocht af te scheiden en maakt zich klaar voor ontvangst van bevruchte eicel. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Graviditeit
Graviditeit = zwangerschap​
Hyperemesis Gravidarum = overvloedig zwangerschapsbraken​
“Zwangerschapsvergiftiging”: Pre eclampsie of Hellp syndroom​
​Partus: Bevalling​
1. ontsluitingstijdperk​
2. uitdrijvingstijdperk​
3. uitdrijvingstijdperk​
Episiotomie: knip​
Apgarscore

Slide 27 - Slide

Lactatie
Onder invloed van oxytocine en prolactine​
Eerste moedermelk = colostrum (afweerstoffen)​
Tijdens drinken komt oxytocine vrij, wat de baarmoeder doet samentrekken.​
Melkstuwing kan leiden tot mastitis (borstontsteking)​
Spenen = het afbouwen van de borstvoeding, overgaan op vast voedsel.

Slide 28 - Slide

waar denk je aan bij het woord: climacterium

Slide 29 - Mind map

Overgang
Overgang​
Amenorroe: geen menstruatie​
Menopauze: laatste menstruatie​
(menarche = eerste menstruatie)​
Daling van oestrogeen​

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Pathologie 
Fluor: overmatige afscheiding​. (fluor albus, witte vloed)

Pruritus vulvae: jeuk​
Infertiliteit: 5-10 % van de stellen
oorzaak: - obstructie van de eileider (30-50 %), - anovulatie (40 %), - afwijking van de uterus, - veranderde zuurgraad van het weefsel van de vaginawand, - cervical hostility.

Slide 32 - Slide

Menstruatiestoornissen
Amenorroe: geen​ menstuatie 
Oligomenorroe: cyclus langer dan 35 dagen​
Polymenorroe: cyclus korter dan 21 dagen​
Hypomenorroe: weinig bloedverlies bij normale cyclus​
Hypermenorroe: veel bloedverlies bij normale cyclus​
Dysmenorroe: erg pijnlijk​
Cryptomenorroe: bloed kan niet wegstromen​
Menorragie: overvloedig en langdurig bloedverlies​
Metrorragie: bloedverlies tussen menstruaties door.

Slide 33 - Slide

Pathologie van de inwendige
Cervixruptuur: scheur van de baarmoederhals​
Uterusruptuur: scheur van de baarmoeder​
Cervicitis: ontsteking van de cervix​
Endometritis: ontsteking van het endometrium​
Salpingitis: ontsteking van de eileider​
Uterusprolaps: verzakking

Slide 34 - Slide

Pathologie van de uitwendige
Aplasie: onderontwikkelde of ontbrekende vagina​
Perineumruptuur: scheur van het perineum​
Vaginitis Senillis: ontsteking van de vulva en de vagina​
Trichomonasinfectie: SOA​
Vaginaprolaps: verzakking​
Cysten: met vocht gevulde holtes​
Vulvacarcinoom: kanker

Slide 35 - Slide

Pathologie van de mammae
Amastie: geen borsten​
Polymastie: veel borst​
Mastopathie/cystevorming: pijnlijke knobbels onder invloed van oestrogeen.​
Fibroadenoom: goedaardige tumor​
Papillomen: goedaardige tumor​
Mammacarcinoom: kwaadaardige tumor​
Mammografie: röntgenonderzoek van de borsten

Slide 36 - Slide

De les is wel of niet leuk met Lesson Up
0100

Slide 37 - Poll

Volgende week
Toets vrouwelijke tractus
nieuw onderwerp: mannelijke tracus

Slide 38 - Slide