Grammatica: lijdend voorwerp

Grammatica
Lijdend Voorwerp
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica
Lijdend Voorwerp

Slide 1 - Slide

Lijdend Voorwerp
Om het lijdend voorwerp te vinden moet je wie of wat voor de zetten die je maakt met het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp. 
ONTHOUD: het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opdracht
Schrijf het lijdend voorwerp onder de zin. 

Slide 4 - Slide

Jan koopt een mooi boek.

Slide 5 - Open question

Wij bezochten een museum.

Slide 6 - Open question

Ze vertelde ons een verhaaltje.

Slide 7 - Open question

De dief stal een computer.

Slide 8 - Open question

De bezorger bracht de krant rond

Slide 9 - Open question

De organist zou een leuk feestje geven.

Slide 10 - Open question

Jolly kreeg van de meester een diploma.

Slide 11 - Open question

De vogels pikten het zaad op.

Slide 12 - Open question

Miljoenen sprinkhanen aten de
oogst op.

Slide 13 - Open question

Johan bespeelde een oude piano.

Slide 14 - Open question

Hij heeft de bal aan zijn vriendje gegeven.

Slide 15 - Open question

Kelly vertelde haar vriendinnetje een geheimpje.

Slide 16 - Open question