4M Scheikunde CE voorbereiding 2

4M Scheikunde CE voorbereiding 2
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4M Scheikunde CE voorbereiding 2

Slide 1 - Slide

Welke spullen moet je allemaal meenemen naar je CE voor scheikunde?

Slide 2 - Mind map

Doel van de les
Deze les heb je hoofdstuk 1 herhaald

Slide 3 - Slide

Verschil moleculaire stof en een zout
Moleculaire stof
zout
bestaat uit niet metalen 
bestaat uit metalen en niet metalen (ionen)
geleid geen stroom
geleid in opgeloste vorm wel stroom 

Slide 4 - Slide

Wat voor soort stof is het?
Moleculaire stof
Metaal
Zout
C6H12O6
Au
NaCl
CaSO4
H20
MgF2
C4H8
Cu

Slide 5 - Drag question

H1: Deel de volgende stoffen in bij de juiste groep.
TIP: uit welke atomen is de stof opgebouwd?
METALEN
ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
water
natriumjodide
koperoxide
calcium
koolstof
methaan
goud
kaliumfluoride
kwik

Slide 6 - Drag question

Reactieschema

Een reactieschema is in woorden. 
Reactievergelijking

Een reactievergelijking is in formules

Slide 7 - Slide

Geef het reactieschema voor de verbranding van magnesium tot magnesiumoxide. Geef ook de toestandsaanduidingen

Slide 8 - Open question

Geef het reactieschema voor de ontleding van suiker tot zuurstof, waterstof en koolstof. Geef ook de toestandsaanduidingen

Slide 9 - Open question

Vul de juiste woorden in. 
In een reactievergelijking staan na de pijl de formules van de stoffen die.................................................................
Deze stoffen worden ................................ genoemd.
Er staan van elk soort ................... atomen voor de pijl als na de pijl. 
Bij het kloppend maken van een reactievergelijking mag je alleen getallen ................. de formules zetten. 
De stoffen voor de pijl worden ...................... genoemd. 
ontstaan bij een reactie
reactieproducten
beginstoffen
evenveel
achter
voor
verdwijnen

Slide 10 - Drag question

Reactievergelijking kloppend maken
Tellen!!



Atomen kunnen niet verdwijnen en ook niet verschijnen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

+
Geef een kloppende reactievergelijking van de volgende reactie:
... FeO
... O₂
... Fe
4
1
2
3
2

Slide 13 - Drag question

Maak kloppend:
...Ca+...H2O>...Ca(OH)2+...H2

Slide 14 - Open question

… NaClO3 → … NaCl + … O2

Maak kloppend

Slide 15 - Open question

Bekijk de reactievergelijking:
I2 + 2 Na2S2O3 --> 2 .... + Na2S4O6
Welke stof hoort er op de puntjes?

Slide 16 - Open question

Bekijk de reactievergelijking:
POCl3 + 3 H2O --> H3PO4 + 3 ...
Welke stof hoort er op de puntjes? Geef ook de triviale naam

Slide 17 - Open question

Massapercentage
Om te weten hoeveel stof er in dat mengsel zit moet je het gehalte berekenen. Dit hebben we in grammen en liters.
Bij massa is dat massa %.

Massapercentage = (massa stof / massa mengsel) * 100%

Slide 18 - Slide

x
Percentage =
?
?
?
Deel
Geheel
100

Slide 19 - Drag question

Bereken het massapercentage natrium in natriumchloride

Slide 20 - Open question

Bereken het massapercentage aluminium in aluminium-tri-chloride

Slide 21 - Open question

Bereken het massapercentage natrium in natriumnitraat

Slide 22 - Open question