De student kan de herkomst van suiker benoemen.
De student kan aangeven hoe suiker in een plant wordt gevormd.
De student kan de opbouw van enkelvoudig suiker tot meervoudig suiker benoemen.
De student kan de stappen van zetmeel tot enkelvoudige suiker benoemen.
De student kan de suikers benoemen die in de bakkerij worden gebruikt.
De student kan aangeven waarom suiker onder bepaalde condities moet worden opgeslagen.