10.1: Voedsel en voedselbederf + 10.2: voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Hoofdstuk 10: het verteringsstelsel
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 10: het verteringsstelsel

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

4 herhalingsvragen
Uitleg basisstof 10.1 + 10.2 (15 min.)
Aan het werk


Slide 2 - Slide

Zet de organen van
het verteringsstelsel
bij het juiste onderdeel. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige darm
Maag

Slide 3 - Drag question

In de afbeelding zie je een schematische tekening van het verteringsstelsel. De delen van het verteringsstelsel zijn aangeven met nummers. Hieronder zie je beschrijvingen van de delen van het verteringsstelsel. Sleep de nummers naar de juiste beschrijving. 
produceert gal
produceert speeksel
slaat gal tijdelijk op
sluit de maag af
vermengt gal en alvleessap met de voedselbrij
verplaatst voedsel van de keelholte naar de maag
1
2
3
4
5
6

Slide 4 - Drag question

Wat is de functie van de maag?
A
Zorgt voor zuurstof in je bloed
B
Hier groeit de baby in
C
Het maken van speeksel
D
Het voedsel tijdelijk opslaan

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de galblaas?
A
gal maken
B
gal opslaan
C
gal maken en opslaan

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen 10.1
-Je kunt vertellen waar je voedsel vandaan komt en op welke manieren het bewerkt is
-Je kunt beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij voedselbederf
-Je kunt zes manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 10.2

-Je kunt uitleggen wat een voedingsmiddel is
-Je kent zes verschillende groepen voedingsstoffen
-Je kent vier functies van voedingsstoffen
-Je kunt de functie van een voedingsvezel uitleggen

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 8 - Slide

 (on)bewerkt voedsel
Onbewerkt voedsel = voedsel wat direct van land in je mond komt

Bewerkt voedsel = voordat je het eet, heb je het bewerkt (koken, bbq en, zout erop doen, stoffen toevoegen zodat het langer houdbaar blijft)

Slide 9 - Slide

Voedselbederf en conserveren
Voedselbederf: kan zorgen voor voedselvergiftiging

Conserveren = voedsel is behandeld tegen voedselbederf (omstandigheden voor bacteriën en schimmels worden hierdoor ongunstig en daardoor kunnen ze niet meer goed groeien)

Slide 10 - Slide

Manieren van conserveren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vezels zorgen voor een verzadigd gevoel

Slide 13 - Slide

Voedingsstoffen
Belangrijke stoffen die ons lichaam nodig heeft.

Ons verteringsstelsel breekt voedingsmiddelen af in stoffen die het lichaam kan opnemen.


Suiker en zetmeel zijn vormen van koolhydraten en vallen dus onder de voedingsstoffen!

Slide 14 - Slide

Functies van voedingsstoffen
  • Bouwstoffen: bouw/vervanging cellen
  • Brandstoffen: leveren energie
  • Reservestoffen: opslag 

Vitamine en mineralen:
  • Beschermende stoffen: 
    helpen ziekten te voorkomen

Slide 15 - Slide

Samengevat
Voedsel kan (on)bewerkt zijn.
We kunnen het conserveren om langer houdbaar te maken (wie weet nog manieren?)

Voedingsmiddelen zijn alles wat we eten of drinken.
Hierin zitten 6 groepen voedingsstoffen (welke?)
Met 4 verschillende functies (welke?)

Slide 16 - Slide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 10 t/m 28
Maak basisstof 10.1: opdracht 2, 4, 5, 6
Maak basisstof 10.2: opdracht 1, 4, 5, 6, 11

Oefen 
















https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Verteringsstelsel/verteringsstelsel.htm

Slide 17 - Slide