2.2 bijvoeglijk naamwoord en vraagzinnen

Grammatica 
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • gebiedende wijs
  • vraagzinnen 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grammatica 
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • gebiedende wijs
  • vraagzinnen 

Slide 1 - Slide

Wat leer je 

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Misschien besef je het niet, maar je gebruikt de hele dag door bijvoeglijk naamwoorden. Het is dus niet zo moeilijk om te leren wat dat dan precies zijn.

Begrip : 
Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt.

Slide 3 - Slide

voorbeelden bijvoeglijk naamwoord
de rode auto
de auto is rood
de groene fiets
de fiets is groen
het dikke boek
het boek is dik
de katoenen broek
de broek is  katoen
de gouden ketting
de ketting is goud 

Slide 4 - Slide

iets opvallends
   de rode auto


Slide 5 - Slide

nog iets opvallends
de   nieuwe blauwe katoenen broek is kapot

Slide 6 - Slide

Vraagzinnen
twee soorten vragen

  • Open vraag  ------------------> begint met een vraagwoord
  • Gesloten vraag---------------> begint met een werkwoord

Slide 7 - Slide

open vraag                  vraagwoord
  • Wie is dat?
  • Wat is dat?
  • Wanneer ga je naar huis?
  • Waar ga je naar toe?
  • Waarom doe je dat?  

Het antwoord is een zin-------daarom een open vraag

Slide 8 - Slide

Gesloten vraag
  • Een gesloten vraag begint niet met een vraagwoord
  • Op een gesloten vraag is maar 1 antwoord mogelijk Ja of Nee


Ben jij de zus van Mo?
Ga je nu al naar huis? 

Slide 9 - Slide

maken

Slide 10 - Slide

maken

Slide 11 - Slide