Havo 2 ww spelling

Leerdoelen (2F)
  • Je weet hoe je verschillende werkwoordsvormen spelt;
  • Je weet wat een persoonsvorm is;
  • Je kent het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden;
  • Je kunt met bemiddel van het ‘t ex-kofschip bepalen wanneer een -t of een -d achter de stam komt;
  • Je weet wat een voltooid deelwoord is.

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen (2F)
  • Je weet hoe je verschillende werkwoordsvormen spelt;
  • Je weet wat een persoonsvorm is;
  • Je kent het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden;
  • Je kunt met bemiddel van het ‘t ex-kofschip bepalen wanneer een -t of een -d achter de stam komt;
  • Je weet wat een voltooid deelwoord is.

Slide 1 - Slide

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 2 - Quiz

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 3 - Quiz

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 4 - Quiz

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 5 - Quiz

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint

Slide 6 - Quiz

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 7 - Quiz

Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide











Veel succes met 
leren en oefenen!
Gebruik de app werkwoordspelling van Plot 26.

Slide 11 - Slide