What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 4 werkwoordspelling
Wat is de eerste vraag die je moet stellen voordat je het in te vullen woord opschrijft?0
1 / 39
next
Slide 1:
Open question
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de eerste vraag die je moet stellen voordat je het in te vullen woord opschrijft?0
Slide 1 - Open question
Aan het begin van het jaar (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 2 - Quiz
1) werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 3 - Quiz
Dit vind ik nog lastig
aan werkwoordspelling
Slide 4 - Mind map
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 5 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... wanneer je werkwoordspelling echt beheerst?!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 6 - Quiz
Maak een zin met het werkwoord vluchten als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 7 - Open question
Je schrijft een werkwoord dat als bijvoeglijk naamwoord is gebruikt zo kort mogelijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste spelling van het werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?
(verroesten) Het ......... tuinhek
A
verroestten
B
verroeste
C
verroesten
Slide 9 - Quiz
Wat voor werkwoordsvorm is trachtte in de zin: Jolanda trachtte ons telefonisch te bereiken.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief (heel werkwoord)
D
een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
Slide 10 - Quiz
Wat voor werkwoordsvorm is BEANTWOORDEN in de zin: De door u te beantwoorden brief was ik kwijt.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief (heel werkwoord)
D
een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
Slide 11 - Quiz
onvoltooid deelwoord
'(lachen) keek ze mij aan.'
A
Lachent
B
Lachend
Slide 12 - Quiz
WERKWOORDSPELLING - 1e zin
[vinden]
Hoe ______ je zus de film?
Slide 13 - Open question
Jij vin.... werkwoordspelling moeilijk om te leren
A
Vindt
B
Vind
Slide 14 - Quiz
Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
Slide 17 - Quiz
Het opgebrande hout is vies. Wat voor soort woord is opgebrande?
Slide 18 - Mind map
Hoeveel persoonsvormen heeft deze zin?
Mevrouw Van der Heijde vertelt dat haar katten alleen natuurlijk voer willen, dus ze zijn nogal verwend.
A
Eén, want elke zin heeft één persoonsvorm.
B
Eén, want ik maakte de zin vragend en vond één pv.
C
Twee, want er zit één komma in de zin.
D
Drie, want ik deed de tijdproef en vond drie pv's.
Slide 19 - Quiz
werkwoordspelling
De jongens (begeleiden) gisteren de vrouw naar huis.
A
begeleiden
B
begeleidden
C
begeleidde
D
begeleden
Slide 20 - Quiz
1. Het gebeurt
2. Het is gebeurd
A
1 = persoonsvorm 2 = persoonsvorm
B
1 = voltooid deelwoord 2 = voltooid deelwoord
C
1 = persoonsvorm 2 = voltooid deelwoord
D
1 = voltooid deelwoord 2 = persoonvorm
Slide 21 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 22 - Quiz
werkwoordspelling
Een voltooid deelwoord
A
Beantwoort
B
beantwoor
C
beantwoord
D
beantwoordt
Slide 23 - Quiz
Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?
Op Tinder heb ik al heel wat ...
A
geswipt
B
geswipet
C
geswiped
Slide 24 - Quiz
Hoe spel je Engelse werkwoorden?
A
Volgens de Nederlandse spellingsregels
B
Volgens de Engelse spellingsregels
C
Volgens aparte spellingsregels
D
Hangt af van het woord. Sommige spelling volgens Nederlandse regels, andere Engels.
Slide 25 - Quiz
Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?
Ik heb al die oude contacten ....
A
gedelete
B
gedeleted
C
gedeletet
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de werkwoorden in onderstaande zin?
Nadat Emma gisteren haar knie (schaven) door een val, heeft Cora hem (verbinden).
A
schaafde, verbonden
B
schafde, verbonden
C
schaafdde, verbonden
D
schaafde, verbind
Slide 27 - Quiz
Ik (houden).......van goulash die lang heeft (koken)..........
A
houdt gekookt
B
houd gekookd
C
houd gekookt
D
houd gekookdt
Slide 28 - Quiz
Maak een zin met een voltooid deelwoord
Slide 29 - Open question
Maak een zin met een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Slide 30 - Open question
werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Waalwijk.
B
Gisteren verhuisten we naar Sprang-Capelle.
Slide 31 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 32 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
C
deletete
D
delete
Slide 33 - Quiz
Welk Engels werkwoord is correct gespeld?
A
Hij racet naar huis.
B
Ik downloadt die file wel even voor je?
C
Hij heeft de overwinning geclaimt.
D
Zij flirte met hem.
Slide 34 - Quiz
Welke zin is correct
A
Mijn vader verbreedde gisteren de weg.
B
Mijn vader verbrede gisteren de weg.
C
Mijn vader verbredde gisteren de weg
Slide 35 - Quiz
Welke zin is correct?
A
De beantwoordde brieven liggen in de la
B
De beantwoorde brieven liggen in de la
Slide 36 - Quiz
Welke zin is correct?
A
het pad was te smal. Min vader verbrede het pad
B
Het pad was te smal. Mijn vader verbreedde het pad
C
Het pad was te smal. Mijn vader verbredde het pad.
Slide 37 - Quiz
Welke zin is correct?
A
Nu is het pad verbreedt.
B
Nu is het pad verbreet
C
Nu is het pad verbreed.
Slide 38 - Quiz
Welke zin is correct?
A
Het verbrede pad is mooi geworden.
B
Het verbredde pad is mooi geworden.
C
Het verbreedde pad is mooi geworden
Slide 39 - Quiz
More lessons like this
Afronding Spelling
November 2022
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Herhaling Taalverzorging derdejaars
December 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
H4 Spelling ww
April 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Spelling H3 mavo
January 2018
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2K - Spelling H4: Lastige werkwoordsvormen
April 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling ww
February 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling ww
February 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling - Meer lastige werkwoordsvormen
March 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2