2 havo H6 Grammatica woordsoorten

Soorten werkwoorden benoemen in samengestelde zinnen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Soorten werkwoorden benoemen in samengestelde zinnen.

Slide 1 - Slide

Is 'willen' een hww of zww?
Karim en Amir willen dagelijks een gezond ontbijt.

A
zww
B
kww

Slide 2 - Quiz

Is 'zijn' een zww of kww?
De sieraden van deze jonge edelsmid zijn heel bijzonder.
A
zww
B
kww

Slide 3 - Quiz

Opfrissen hww, zww en kww?
Stel je weet niet meer zo goed hoe het zit met hulp-, zelfstandige en koppelwerkwoorden. Ga dan naar hoofdstuk 3 woordsoorten. 
Boek: pagina 90
Digitaal: H3 - tweede paarse
blokje en kijk de uitlegvideo
nog een keer.

Slide 4 - Slide

zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord in samengestelde zinnen.
Enkelvoudige zin = 1 persoonsvorm
Samengestelde zin = meerdere persoonsvormen

Als je op de link klikt, kun je nog even oefenen met enkelvoudige en samengestelde zinnen.

https://www.berktekst.nl/voorbeeld-pagina/samengestelde-zinnen/samengestelde-zinnen-01/

Slide 5 - Slide

Zo bepaal je in een samengestelde zin met welk soort werkwoord je te maken hebt.
1. Spilts de samengestelde zin in enkelvoudige zinnen.
2. Stel van elke enkelvoudige zin het gezegde vast: werkwoordelijk gezegde (wg) of naamworodelijk gezegde (ng).
3. Pas daarna de regels van blz. 260 toe.

Ga naar de volgende slide voor een voorbeeld.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld - stap 1
Als scholieren blijven klagen over hun loon bij de supermarkt, zal de directie de lonen moeten verhogen, zodat de winkel weer een aantrekkelijke werkgever wordt.
Stap 1. Spilts de samengestelde zin in enkelvoudige zinnen.
1. Als scholieren blijven klagen over hun loon bij de supermarkt, / 
2. zal de directie de lonen moeten verhogen, /
3. zodat de winkel weer een aantrekkelijke werkgever wordt.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld - stap 2
1. Als scholieren blijven klagen over hun loon bij de supermarkt,
 wg = blijven klagen
wg met twee werkwoorden -> blijven = hww en klagen = zww
2. zal de directie de lonen moeten verhogen,
wg = zal moeten verhogen

3. zodat de winkel weer een aantrekkelijke werkgever wordt.
ng = wordt [een aantrekkelijke werkgever]

Slide 8 - Slide

Voorbeeld - stap 3
1. Als scholieren blijven klagen over hun loon bij de supermarkt,
wg = blijven klagen
wg met twee werkwoorden -> blijven = hww en klagen = zww

2. zal de directie de lonen moeten verhogen,
wg = zal moeten verhogen
wg met drie werkwoorden -> zal = hww, moeten = hww en verhogen = zww

3. zodat de winkel weer een aantrekkelijke werkgever wordt.
ng = wordt [een aantrekkelijke werkgever]
ng met één werkwoord -> wordt = kww

Slide 9 - Slide

Kijk de uitlegvideo na deze LessonUp

Slide 10 - Slide

Opdrachten voor deze week
Boek: (p. 180-181) Maak opdracht 1 t/m 5
Digitaal: Ga naar hoofdstuk 6, klik op het tweede paarse blokje en maak alle opdrachten.
Op het plaatje zie je er een 
blauwe pijl achter staan.

Slide 11 - Slide

Toets
Volgende week (na Pasen) zal ik een toets inplannen om te zien of jullie alles hebben begrepen. De toets gaat over H4 t/m 6 Grammatica Woordsoorten.
Ik maak nog een aantal Quizizz om te oefenen. 
Vragen? Stuur mij een berichtje via Magister.
Succes met de opdrachten.

Slide 12 - Slide