Paragraaf 8.4 Je bloedsomloop [les 2]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Planning
* Welkom
* Vrijdag 31 maart is het proefwerk over 8.1 t/m 8.4 [5e uur]
* Uitleg
* Zelfstandig werken
* Afsluiten

Slide 2 - Slide

Zet de juiste naam bij het juiste plaatje. R, 1p
ader
slagader
haarvat

Slide 3 - Drag question


a. Welk bloedvat vervoert het bloed van de longen naar het hart?
b. Welk bloedvat vervoert het bloed van het hart naar het lichaam?
T1, 2p
A
a = 1 b = 1
B
a = 1 b = 3
C
a = 3 b = 1
D
a = 3 b = 3

Slide 4 - Quiz

Zet het juiste woord in het juiste vakje. R, 1p
rode bloedcel
weefselvloeistof
haarvat
lymfevat

Slide 5 - Drag question

De route
1) zuurstofarm bloed komt via de holle ader in de rechterboezem

2) vanuit de rechterkamer wordt zuurstofarm bloed via de longslagader naar de longen gepompt

3) via de longader komt zuurstofrijk bloed in de linkerboezem terecht

4) vanuit de linkerkamer wordt zuurstofrijk bloed naar de aorta (en overige organen) gepompt

5) in de overige organen wordt zuurstof uit het bloed gehaald. Via de aders stroomt het zuurstofarme bloed naar de holle ader

Slide 6 - Slide

Zet het juiste woord in het juiste vakje. R, 1p
zuurstofrijk
kleine
zuurstofarm
grote

Slide 7 - Drag question

Hoe heet ruimte nummer 7?
A
Rechterboezem
B
Rechterkamer
C
Linkerboezem
D
Linkerkamer

Slide 8 - Quiz

Hoe heet bloedvat nummer 3?
A
Holle ader
B
Longslagader
C
Longader
D
Aorta

Slide 9 - Quiz

Via welk van de genummerde bloedvaten verlaat zuurstofrijk bloed het hart?
A
Via bloedvat 2
B
Via bloedvat 3
C
Via bloedvat 4
D
Via bloedvat 5

Slide 10 - Quiz

Welk nummer geeft het deel van hart aan dat het bloed naar de longen pompt?
A
Nummer 6
B
Nummer 7
C
Nummer 8
D
Nummer 9

Slide 11 - Quiz

Via welk van de genummerde bloedvaten komt zuurstofarm bloed, vanuit de benen het hart binnen?
A
Via bloedvat 1
B
Via bloedvat 2
C
Via bloedvat 3
D
Via bloedvat 5

Slide 12 - Quiz

Er worden twee beweringen gedaan over het hart in de afbeelding.

1. De delen 6 en 7 van het hart ontvangen bloed uit aders.

2. Het bloed dat het hart verlaat via bloedvat 4, komt het hart weer binnen via bloedvat 1 en 2.
Welke bewering is of welke zijn juist?

A
De beweringen zijn allebei onjuist
B
De beweringen zijn allebei juist
C
Alleen bewering 1 is juist
D
Alleen bewering 2 is juist

Slide 13 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart. Wat zijn de juiste namen bij de nummers 1 t/m 4. 
 R, 1p
A
1=holle ader; 2=longslagader; 3=aorta; 4=longader
B
1=holle ader; 2=longslagader; 3=longader; 4=aorta
C
1=holle ader; 2=longader; 3=longslagader; 4=aorta
D
1=longader; 2=longslagader; 3=aorta; 4=holle ader

Slide 14 - Quiz

Welke bloedvaten zijn verbonden met welke ruimte van het hart?
Linkerkamer
Linkerboezem
Rechterkamer
Rechterboezem
Longslagaders
Holle aders
Longaders
Aorta

Slide 15 - Drag question

De hartkleppen
Hartkleppen voorkomen dat bloed terugstroomt naar de boezems vanuit de kamers

Slagaderkleppen (halvemaanvormige kleppen) voorkomen dat bloed terugstroomt naar de kamers vanuit de slagaders

Slide 16 - Slide

Kies bij de juiste nummers het juiste antwoord
A
18 = onderste holle ader 16 = rechterkamer 2 = linkerboezem 7 = aorta
B
18 = onderste holle ader 16 = rechterboezem 2 = linkerkamer 3 = aorta
C
18 = bovenste holle ader 16 = rechterkamer 2 = linkerboezem 7 = aorta
D
18 = bovenste holle ader 16 = rechterboezem 2 = linkerkamer 3 = aorta

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Energie
Kransslagaders
Zuurstof en glucose

Kransader
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen

Verstopping van kransslagader/kransader kan leiden tot een hartinfarct

Slide 19 - Slide

HAVO Hartritme
Hoe vaak je hart slaat per minuut

Hartritme kan je zien op een ECG

Slide 20 - Slide

Huiswerk




Lesstof: paragraaf 8.4
Maken: opdracht 1 t/m 11  van paragraaf 8.4


Slide 21 - Slide