What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
AF Hoofdstuk 2: 2.4 tot en met 2.6
Anatomie Fysiologie
2.4 intracellulaire cellen
2.5 uitwisseling van stoffen
2.6 Celdeling
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Anatomie Fysiologie
2.4 intracellulaire cellen
2.5 uitwisseling van stoffen
2.6 Celdeling
Slide 1 - Slide
Bespreking van de opdrachten vorige week
Thema 2 : vraag 1- 9
Slide 2 - Slide
Wat is een ander woord voor levend wezen
A
Organel
B
Cellulair
C
Organisme
D
Pantoffeldiertje
Slide 3 - Quiz
Wat is geen kenmerk voor leven ?
A
Aanpassingsvermogen
B
Groei
C
Beweging
D
Nagel bijten
Slide 4 - Quiz
paragraaf 2.4
lichaam bestaat voor een groot deel uit water
lichaamswater bevindt zich in de cellen
Intracellulaire vloeistof:
vocht binnen de cellen
Extracellulair
: vloeistof buiten de cellen
Slide 5 - Slide
Extracellulaire vloeistof
* Bloedvocht
* Hersenruggenmergvocht
* lymfevocht
Slide 6 - Slide
Intercellulaire vloeistof
= weefselvocht:
bevochtigt alle cellen van het lichaam (behalve huidcellen buitenste huidlagen)
Functie weefselvocht: zorgt ervoor dat cel voedsel krijgt en afvoer afvalstoffen
Slide 7 - Slide
Homeostase
constant houden van de samenstelling
door middel van:
- zenuwstelsel -hormoonstelsel
voorbeeld; transpireren bij hitte
Slide 8 - Slide
Semipermeabele
wand van de cel laat selectief stoffen door of scheidt selectief stoffen uit.
Alles om een goed evenwicht te behouden!
Slide 9 - Slide
2.5 Uitwisseling van stoffen
(niet alle stoffen kunnen de celwand passeren)
ligt aan: grootte en eigenschappen stoffen
Wanneer wel passage celwand:
via passieve of actieve uitwisseling
Slide 10 - Slide
Passieve uitwisseling
Voor deze uitwisseling van stoffen wordt geen energie gebruikt
- gaat om transport door de celwand
Slide 11 - Slide
Concentratie
hoeveelheid stof per liter opgelost in een andere stof
Als binnen of buiten de cel de concentratie van stoffen gaat verschillen dan wordt er een nieuw evenwicht gezocht.
verdeling van stoffen, dit kan binnen de cel of buiten de cel
Slide 12 - Slide
Diffusie
- opgeloste stoffen vanuit hoge concentratie naar een lage concentratie
Voorbeeld: suiker in de thee (na roeren)
Slide 13 - Slide
Bij gassen verloopt diffusie sneller dan bij vloeistoffen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Diffusie wordt veroorzaakt door de beweging van de kleinste elementen van de stof
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Diffusie treedt ook op als er een celwand tussen zit
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Osmose
- de stoffen blijven op de plaats en verplaatst de oplossingsvloeistof zich.
- Gebied met lage concentratie naar hoge concentratie
(vloeistof kan wel door de wand)
Slide 17 - Slide
Voorbeeld osmose
krentenbrood met niet gewelde krenten
De krenten zuigen het vocht op daardoor droog brood
Slide 18 - Slide
Hier is sprake van:
A
Osmose
B
Diffusie
Slide 19 - Quiz
Osmotische waarde
* hoeveelheid opgeloste stoffen in een oplosvloeistof
Slide 20 - Slide
Osmotische druk
* kracht die voorkomt dat de oplosvloeistof door het membraan zich verplaatst naar het gebied met de hoogste concentratie opgeloste stoffen
Slide 21 - Slide
Hypertoon en hypotoon
Hypertoon: Cellen in omgeving met lage osmotische waarde nemen water op uit hun beweging
Hypotoon:
Cellen in omgeving met hoge osmotische waarde wordt water uit de cel gezogen.
Slide 22 - Slide
isotoon wil zegegn
A
cellen en omgeving bevatten dezelfde concentratie
B
cellen hebben een lage osmotische waarde
C
cellen hebben een hoge osmotische waarde
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
2.6 Deling
Celdeling: een cel kopieert zich in twee nieuwe cellen
Fasen in celdeling
Slide 25 - Slide
korte impressie celdeling (zonder geluid)
Slide 26 - Slide
fasen celdeling
- chromosomen in de celkern verdikken en gaan zichzelf kopiëren tot 2 gelijke dna strengen
- splitsing twee afzonderlijke gelijke chromosomen
- feitelijke deling vanuit centrosoom
- om de twee groepen vormt zich een celwand, cytoplasma en kernen
Slide 27 - Slide
Reductiedeling
- bij geslachtcellen
- de chromosomen verdubbelen zich niet
- maar de helft van 46
- samen met de andere geslachtscel hebben ze 46 chromosomen
Slide 28 - Slide
jongen of meisje
Slide 29 - Slide
Vragen ?
Maak opdracht
Thema 2: Cellen, weefsels en organen
vraag 10- 21
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Module 2.2 Transport in en uit de cel
September 2024
- Lesson with
47 slides
herhalen 4Vth1
August 2021
- Lesson with
18 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3.3 diffusie en osmose klassikaal/ll
October 2023
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Herhaling hoofdstuk 2
September 2020
- Lesson with
21 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
5H Module planten: Transport, Afweer en Gaswisseling
June 2022
- Lesson with
26 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
TM MOD 2 Cellen, weefsels en organen
July 2023
- Lesson with
23 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Basisstof 5: Transport door membranen deel 1
September 2024
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Basisstof 5 Transport door membranen
September 2024
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4