18. Kijk na aan het einde van de les.
a. Teken een cirkel met een straal van 3 cm.
b. De cirkel stelt de wijzerplaat van een klok voor. Teken de plaats van 12 uur, 3 uur, 6 uur en 9 uur.
c. Teken in de klok twee wijzers zodat de klok 3 uur aangeeft.
d. Teken nog een klok met een straal van 3 cm.
e. Teken in deze klok twee wijzers zodat de klok 4 uur aangeeft.
f. Bij welke klok moet de grote wijzer meer dan een kwartslag met de wijzers van de klok meegedraaid worden om samen te vallen met de kleine wijzers?