borstaandoeningen

Borstaandoeningen
1 / 51
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Borstaandoeningen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen
  • Verschil tussen goedaardige- en kwaadaardige tumoren.​
  • Symptomen borstkanker.​
  • Etiologie (ontstaansoorzaken)​
  • Dmv welke onderzoeken wordt de diagnose borstkanker /mamma ca gesteld.​
  • TNM classificatie​
  • Wat bedoelen we met de schildwachtklierprocedure​
  • Behandeling mamma carcinoom.​
  • Verpleegkundige zorg.​







Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Anatomie borst
De borst bestaat uit melkklieren de afvoergangen (melkgangen) gaan richting de tepel.
Daarom zit bindweefsel en vet weefsel en de ophangbanden die ook wel de ligamenten van cooper heten. Om de tepel zit het tepelhof. Verder zien we de overige structuren zoals de borstspier en we zien de lymfevaten die richting de lymfeknopen onder andere in de oksel gaan.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Borst bestaat uit:
  • Klierweefsel met 12-20 klierlobjes. Deze hebben elk hun eigen afvoergang, de melkkanalen en monden uit in de tepel.
  • Onderhuidsbindweefsel zorgt voor stevigheid.
  • vet vetweefsel zorgt voor grootte van de borst
  • Bloedvaten en zenuwen.
  • Tepel.
  • Tepelhof met talg-en zweetklieren.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de 2 functies van de borst?

Slide 6 - Slide

melkproductie en seksuele functie
Lymfesysteem rond de borst
afvoer van overtollig vocht en afvalstoffen.
Lymfeklieren.
Ligging van lymfeklieren.
Lymfekliermetastase
oedeem

Slide 7 - Slide

Vocht tussen de weefsels wordt afgevoerd via lymfe
Is alleen een afvoerend systeem en mondt uiteindelijk nadat het gezuiverd is weer terug in de bloedbaan.
Op zijn weg passeert het de lymfeknopen en deze filteren en zetten bij bv bacteriën en uitzaaien het afweersysteem in werking.
In lymfesysteem zitten kleppen en het wordt door spierwerking rondom de vaten voorgestuwd.
Bij grote hoeveelheden vocht bv beschadigingen lekkage bloedvaten oedeem

Waar bestaat de borst uit
A
Melkklieren en afvoergangen, tepel en tepelhof, bind en vetweefsel, borstspier, lymfevaten en knopen, ligamenten van cooper
B
Hormonen, tepel, tepelhof, ligamenten van cooper
C
Borstspier, bind en vetweefsel, melk afvoergangen
D
tepel, tepelhof, melkklieren en afvoergangen, borstspier, ligamenten van cooper

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Diagnose/onderzoek aan de borsten
Zelfonderzoek.
Anamnese.
Mammografie.
Echografie.
MRI-onderzoek.
Chirurgische biopsie.
MARIA onderzoek  

Slide 9 - Slide

maria onderzoek: (mbv radiostralen-pijnloze scantechniek)
Goedaardige knobbels in de borst. Bij vrouw: 
  • Mastopathie (verzamelnaam, pijn, bobbeltjes etc., vaak beïnvloed door hormonale schommeling)
  • Cysten
  • Fibro adenomen
  • Lipomen
  • Papillomen
  • Borstontstekingen en abcessen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Cysten
Fibro
adenomen
Lipomen
Papillomen
holte gevuld met vocht
tumoren in de afvoergang van de borst
goedaardige bindweefsel tumoren
goedaardige vetgezwellen

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

gynaecomastie
Dit is een goedaardige aandoening aan de borst bij de man.
Groei van de borstklier in de puberteit. (Verdwijnt vaak vanzelf)
Of groei van de borstklier a.g.v. hormoonbehandelingen bij prostaatcarcinoom.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is een mammacarcinoom
A
Een goedaardiggezwel
B
Een kwaadaardig gezwel
C
Cyste
D
benigne tumor

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Mammacarcinoom
Een ander woord voor mammacarcinoom is borstkanker. Dit is een kwaadaardig gezwel in een van de borsten. Het wordt vaak ontdekt doordat er knobbeltje in de borst is te voelen, of via de mammografie bij het bevolkingsonderzoek. Het wordt veroorzaakt door een mutatie in de celdeling waardoor er onregelmatige celdeling en daardoor een tumor ontstaat.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Een mammacarcinoom kan op verschillende manieren ontstaan:
  • Ductaal betekent dat de kanker ontstaan is in de melkgang.  De melkgang is de gang die naar de tepel leidt.
  • Lobulair betekent dat de kanker ontstaan is in een of meer melkklieren. De melkklieren zijn een soort kwabjes (lobben) waaruit melk geproduceerd kan worden. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bij mammacarcinoom is er onderscheid in het vermogen om te verspreiden:
  • In situ betekent dat de borstkanker zich beperkt tot de  plaats van ontstaan
  • Invasief betekent dat de borstkanker zich verder kan  verspreiden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Soorten borstkanker
Ga naar de website https://www.borstkanker.nl/medische-informatie/wat-borstkanker/soorten-borstkanker en schrijf kort op wat de soorten mammacarcinoom zijn.

Slide 17 - Slide

Invasief ductaal carcinoom: 85% van de borstkankerpatiënten heeft deze soort borstkanker. Daarmee is deze vorm van borstkanker de meest voorkomende vorm. Invasief ductaal houdt in dat de kanker zich kan verspreiden en dat de kanker is ontstaan in de melkgang van de borst. De tumor voelt vaak aan als een harde knobbel. Deze soort borstkanker heeft over het algemeen een goede prognose. Invasief lobulair carcinoom: het invasief lobulair carcinoom komt voor bij 10% van de borstkankerpatiënten. Deze soort kanker ontstaat in de melkklieren van de borsten. De tumor is vaak alleen te voelen als totale zwelling van de borst. De prognose van het invasief lobulair carcinoom is redelijk goed. Ductaal carcinoma in situ (DCIS): dit is een mogelijk voorstadium van borstkanker. 2,5% van de borstkankerpatiënten heeft DCIS. De cellen hebben bij DCIS al wel de vorm van kankercellen, maar kunnen niet doorgroeien. De kwaadaardige cellen blijven binnen de grenzen van de melkgangen. DCIS is geen borstkanker, maar wordt wel op die manier behandeld. Dit omdat er nog niet voorspeld kan worden bij wie de DCIS wel of niet uitgroeit tot borstkanker. Meestal wordt de plek operatief verwijderd. De grootte van het gebied bepaalt mede of er een borstsparende operatie plaatsvindt, of een amputatie. Lobulair carcinoma in situ (LCIS): het lobulair carcinoma in situ is een soort borstkanker die ontstaan is in de melkklier en (nog) niet verspreid is. LCIS geeft een verhoogd risico op een tumor die wel zich wel verder kan verspreiden. Vaak wordt er besloten LCIS verder niet te behandelen omdat het risico tot een invasief carcinoom (een tumor die zich verder kan verspreiden) erg laag is, minder dan 1% per jaar. Er wordt daarom meestal bij LCIS geadviseerd om jaarlijks een mammografie te laten maken.
Hormonale kanker: Hormoongevoelig betekent dat hormonen de tumor kunnen stimuleren om te groeien en te delen. Wanneer hormonen de mammacarcinoom niet kunnen laten groeien en delen, is de kanker hormoon-ongevoelig. Voor de behandeling van borstkanker is dit belangrijk om te weten. HER2/Neu-positieve borstkanker: HER2/Neu is een eiwit van de cellen. Als iemand te veel van dit eiwit op een cel heeft, kan er kanker ontstaan. HER2/Neu-positieve borstkanker is vaak een agressieve kanker. Er is echter wel een behandeling die zich exact op dit eiwit richt.
Triple negatieve borstkanker is een vorm van hormoon-ongevoelige kanker. Bij deze soort borstkanker is de tumor ongevoelig voor oestrogeen, progesteron en eiwit. Triple negatieve borstkanker komt vaak voor bij vrouwen die een erfelijke aanleg voor borstkanker hebben en bij jonge vrouwen.
Zeldzaam: ziekte van Paget, ontstekingsmammaca.

Onderzoek bij verdenking op uitzaaiing.
X-thorax (röntgenfoto van de longen)
CT-scan van de borstkas
Echo van de lever
CT-scan van de buik
Botscan
PET-scan ( uitzaaiingen opsporen )
schildwachtklierprocedure
Bloedonderzoek

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ander aanvullend onderzoek
  • erfelijkheidsonderzoek
  • genprofieltest 

Slide 19 - Slide

erfelijkheidsonderzoek is om te bepalen of er een erfelijk gen aanwezig is (familie is dan mogelijk ook belast en je loopt zelf risico om bijv. ook eierstokkanker te krijgen)
genprofielonderzoek is bekijken geneigenschappen tumorcellen, wat prognose en behandeling sterk kunnen bepalen
TNM G systeem
Wereldwijd gebruikt om het stadium waarin de kanker zich bevindt aan te duiden. Voor iedere soort kanker staat heel specifiek vast hoe het systeem gebruikt moet worden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

TNM G systeem
letter T: deze staat voor Tumor en hiermee wordt de moedertumor of primaire tumor bedoeld.
letter N; deze letter geeft aan of en in hoeverre de tumor is uitgezaaid via de lymfevaten naar de lymfeklieren.
letter M: om aan te geven of er wel of geen uitzaaiingen zijn gevonden die zich via het bloed hebben verspreid wordt de letter M gebruikt.
letter G: geeft de kwaadaardigheid of agressiviteit van de tumor aan

Slide 21 - Slide

De letter T
Deze staat voor Tumor en hiermee wordt de moedertumor of primaire tumor bedoeld. Dit is het kankergezwel waarmee de ziekte begonnen is. Vaak wordt deze als eerste gevonden. Door een cijfer achter de letter T te zetten wordt aangegeven of en hoe ver de moedertumor plaatselijk is uitgebreid.
T1: De moedertumor wordt begrensd door het kapsel van het orgaan waar de tumor is aangetroffen.
T2: De moedertumor is door het kapsel van het aangedane orgaan gegroeid.
T3: De moedertumor is buiten het orgaan doorgegroeid in omliggende weefsels.
T4: De moedertumor is buiten het orgaan doorgegroeid en heeft zich sterk uitgebreid in de omgeving.
De letter N
Deze letter geeft aan of en in hoeverre de tumor is uitgezaaid via de lymfevaten naar de lymfeklieren. N0 betekent dat er nog geen lymfeklieren aangetast zijn.
N1 dat er een kleinere uitzaaiing in een lymfeklier in de buurt zit
N2 dat er meer of grotere lymfeklieruitzaaiingen zijn en
N3 dat er grotere lymfeklieruitzaaiingen op afstand zijn. Er bestaan nog diverse onderverdelingen binnen dit systeem.
De letter M
Om aan te geven of er wel of geen uitzaaiingen zijn gevonden die zich via het bloed hebben verspreid wordt de letter M gebruikt. Uitzaaiingen die via het bloed zijn verspreid worden ook wel uitzaaiingen op afstand genoemd.
M0: Er zijn geen uitzaaiingen gevonden
M+: Wanneer er wel uitzaaiingen zijn gevonden (ver) verwijderd van de moedertumor.
De letter G
De letter G geeft de kwaadaardigheid of agressiviteit van de tumor aan. Dit is erg belangrijk om te kunnen bepalen hoe snel de kanker zich kan uitbreiden. Om de graad van kwaadaardigheid aan te geven wordt achter de letter G een cijfer geplaatst tussen 1 (niet agressief) en 4 (heel agressief).
Behandeling mamma carcinoom
MST (mammasparende therapie) 
Mama ablatio
GRM (gemodificeerde radicale mastectomie)
Radiotherapie.
Chemotherapie.
Immunotherapie
Medicatie :
  • Hormoontherapie
  • Angiogeneseremmers

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Mammasparende therapie
= sentinelnode procedure 
= schildwachtklierprocedure + lumpectomie met of zonder röntgendraadgeleide + radiotherapie

Na die tijd controle op uitzaaiingen en of de tumor ruim genoeg uit zijn omgeving is weggenomen. 
Methoden: CT, MRI of vriescoupe

Slide 23 - Slide

Bij dieper gelegen tumoren wordt een dag voor de operatie of in de ochtend op de dag van de operatie eventueel onder röntgendoorlichting een röntgendraad in de tumor gebracht om deze te lokaliseren
Een lumpectomie is
A
Het operatief verwijderen van alleen de schildklieren
B
Het operatief verwijderen van tumoren net buiten de borst
C
Het operatief verwijderen van de tumor in de borst
D
Het operatief verwijderen van gehele borst inclusief tepel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

mamma ablatio
verwijdering hele borstklier – zonder okseltoilet

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Borst ablatio

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat is een borst ablatio
A
borstbesparende operatie
B
borstamputatie
C
Reconstructie van de borst
D
Borstvergroting

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Borstablatio
Ook wel ablatio mamma genoemd.
Ablatio betekend verwijderen. 
Mamma betekend borst.
Bij een borstablatio wordt de hele borst verwijderd inclusief de tepel.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wanneer wordt een borstablatio uitgevoerd
A
Bij meerdere tumoren, bij terugkomende borstkanker, erfelijkheid, als de tumor te groot is, als de patiënt dit zelf wil
B
Bij terugkomende borstkanker, als de patiënt dit zelf wil, bij 1 kwaadaardige tumor
C
Bij een kwaadaardig en goedaardig tumor
D
Bij een goedaardig gezwel, bij terugkomende borstkanker.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer wordt een borst ablatio uitgevoerd
Er wordt gekozen voor een ablatio van de borst als er in verschillende delen van de borst meerdere tumoren aanwezig zijn of als de tumor te groot is in verhouding tot de borst.
Ook kan het de eigen voorkeur hebben om te kiezen voor een ablatio van de borst. Meestal vindt er dan ook een schildwachtklierprocedure of een okselklierdissectie (verwijdering van de lymfeklieren) plaats. Maar ook als de borstkanker is teruggekeerd na een behandeling en bestraling. En bij een erfelijke aanleg dan wordt er vaak een ablatio preventief uitgevoerd.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

GRM (gemodificeerde radicale mastectomie)
verwijdering hele borstklier + het hele okselklierpakket

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Curatief, palliatief, adjuvant, neo-adjuvant: wat is het verschil?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat is de verpleegkundige preoperatieve zorg?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Verpleegkundige preoperatieve zorg
Check wat er is afgesproken (welke operatie, procedure)
Patiënt voorbereiden op de operatie (alles wel goed gehoord?? op de hoogte van de mogelijke variaties tijdens ok)
Is er neo-adjuvante therapie uitgevoerd (bijv. invloed op wondgenezing)
Is er een röntgen-markeringsdraad vooraf ingebracht?

Patient begeleiden tijdens onderzoeken
Patient GVO geven en uitleggen vp technische handelingen die je doet, ook uitleg over zaken na de ok, bijv. niet meer bloeddruk meten aangedane arm, etc

Psychosociale begeleiding
Afstemming mammacareverpleegkundige

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Waar wordt opgelet na de operatie:
A
Pijn, misselijkheid, lekkage, zwelling, roodheid, infectie, productie drain, verkleuring rondom de wond
B
Pijn, wondvocht, welke pleisters gebruikt zijn, infectie
C
Alleen misselijkheid en pijnklachten
D
Bloeduitstorting, welke pleisters gebruikt zijn

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Postoperatieve zorg
  • Controle drains
  • Controle vitale functies ( niet meten aan geamputeerde zijde
  • Perifeer infuus
  • Pijnbestrijding
  • Verband verwisselen ( tweede dag, is moeilijk moment)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat is de kleur van urine na een sentinelprocedure?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je vaak aan de borst na een sentinelprocedure?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Hoe verloopt de kleur van het drainvocht normaal gesproken?
A
Van helder-geel, naar rood
B
Van rood naar helder-geel

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Mogelijke complicaties:
A
Koorts, zwelling, nabloeding
B
Littekenvorming, infectie
C
Koorts, zwelling, nabloeding, littekenvorming, infectie
D
Pijnklachten, misselijkheid, zwelling

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Complicaties bij een borstoperatie
  • Na de operatie kunnen complicaties optreden zoals een nabloeding of een infectie. Specifiek voor de borstoperatie is:
  • Pijn of doof gevoel op de borstwand
  • Vochtophoping onder de wond
  • Zenuwpijn in de arm
  • Minder gevoel in de oksel en de arm
  • Vocht ophoping in de arm (lymfoedeem)
  • Minder bewegingsmogelijkheid van de arm

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn belangrijke leefregels
A
Sport BH- 4 á 6 weken, niet zwaartillen, douchen na 48 uur, activiteiten mogen hervat worden
B
Niet zwaartillen, de geopereerde arm mag boven schouderhoogte, sporten in de eerste tijd niet toegestaan, wandelen mag
C
sport BH 4 á 6 weken, niet zwaartillen, douchen na 48 uur, sporten is de eerste tijd niet toegestaan, arm niet boven schouder hoogte,
D
Sport BH 12 weken, niet zwaar tillen, wandelen mag, arm niet boven schouderhoogte

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Leefregels oedeemarm:
  • Voorkom wondjes. Als er toch een wondje ontstaat, deze goed desinfecteren en desnoods even met de arts overleggen. 
  • Vermijd grote druk op arm en schouder (dragen van tas/boodschappen, bloeddrukmeten).
  • Gebruik de arm, maar voorkom overbelasting. 
  • Draag een goed passende bh die niet in de oksel knelt en brede bandjes 
  • Kies voor een lichte prothese of plakprothese.
  • Vermijd grote temperatuurverschillen zoals heet douchen, saunabezoek
  • Vermijd knellende voorwerpen om de arm (ringen, horloges, manchetten, mouwophouders). 
  • Houd rekening met drukverschillen tijdens een vliegreis. De lagere druk in de cabine zorgt dat het vocht minder goed afgevoerd wordt (dragen van een elastische mouw).









Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Lymfoedeemtherapie:
  • manuele lymfedrainage
  • zwachtelen/ therapeutisch elastische mouw
  • lymfetaping

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Complicaties van chemotherapie
Misselijkheid, door aantasting van cellen in de maagwand.
Haaruitval, doordat de haarcellen in het haarzakje snel delende cellen zijn en doodgaan als gevolg van chemotherapie
Vermoeidheid, doordat gezonde cellen in het lichaam worden aangetast, werkt het lichaam met minder capaciteit dan normaal
Concentratiestoornissen en stemmingswisselingen, doordat cytostatica ook het zenuwstelsel beïnvloeden
Verminderde weerstand, als gevolg van een verminderd aantal witte bloedcellen
Bloedarmoede, als gevolg van een verminderd aantal rode bloedcellen
Diarreeverschijnselen of juist verstopping
Afgebrokkelde nagels, nagels worden brozer en kunnen verkleuren
Hart-, long- of nierzwakte, dit komt zelden voor
Irritatie van het mondslijmvlies, als gevolg van aantasting van dit slijmvlies smaakverandering en hierdoor verminderde en of veranderde eetlust

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Complicaties van bestraling
Geïrriteerde huid
Vermoeidheid
Kortademigheid
Slikklachten

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Complicaties van hormoontherapie
Overgangsklachten
Misselijkheid
Vermoeidheid
Gewrichtsklachten
Osteoporose

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Complicaties van HER2gerichte therapie (doelgerichte therapie)
Een grieperig gevoel
Misselijkheid
Diarree
Hartklachten
Hoofdpijn
Verhoogde kans op infecties
Allergische reactie op het medicijn

Slide 48 - Slide

 deze therapie helpt als je HER2-positieve borstkanker hebt. Dit betekent dat er veel HER2-eiwit op de borstkankercellen zit. Je krijgt dan een medicijn dat de werking van het HER2-eiwit blokkeert. Hierdoor stoppen de kankercellen met groeien, of groeien ze minder hard.
Dit HER2-tumor kan al dan niet hormoongevoelig zijn, waardoor het soms wel en soms niet zinvol is om te combineren met anti-hormoontherapie
Complicaties bij een borstreconstructie/prothese
Nabloeding
Afsterven van weefsel (doorbloeding van het weefsel is niet goed en kan daardoor afsterven)
Infectie
Kapselvorming (lichaam reageert op vreemd materiaal, littekenweefsel trekt samen rond de prothese)

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog vragen

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen
  • Verschil tussen goedaardige- en kwaadaardige tumoren.​
  • Symptomen borstkanker.​
  • Etiologie (ontstaansoorzaken)​
  • Dmv welke onderzoeken wordt de diagnose borstkanker /mamma ca gesteld.​
  • TNM classificatie​
  • Wat bedoelen we met de schildwachtklierprocedure​
  • Behandeling mamma carcinoom.​
  • Verpleegkundige zorg.​







Slide 51 - Slide

This item has no instructions