10.1 Je lichaam en je voedsel 5V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.1: Je lichaam en je voedsel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.1: Je lichaam en je voedsel

Slide 1 - Slide

Doel 10.1
Je leert welke voedingsstoffen er zijn
Je leert wat de rol van je darmflora is
Je leert hoe genen en je voedsel jou beïnvloeden


Slide 2 - Slide

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen

Slide 3 - Slide

Koolhydraten (sachariden)
BINAS 67F1, 2, 3
Monosachariden, disachariden, polysachariden

Suiker is een verzamelnaam van mono- en disachariden.
Brood, pasta, rijst, .... 55-75 energieprocent
Brandstof, bouwstof (receptoreiwitten)

Slide 4 - Slide

Vetten (lipiden)
BINAS 67G1, 2, 3
Glycerol met 3 vetzuurstaarten (onverzadigd-met dubbele bindingen, verzadigd-zonder dubbele bindingen) 

Slide 5 - Slide

Vetten (lipiden)
Essentieel (niet zelf te maken)/ niet essentieel (zelf te maken)
Olie, boter, noten, .... 15-30 energieprocent
Brandstof en bouwstof (membranen, hormonen, isolatie) 

Slide 6 - Slide

Eiwitten (peptiden)
BINAS 67H1, 2
Opgebouwd uit een keten van aminozuren.
Essentieel (niet zelf te maken)/ niet essentieel (zelf te maken)


Vlees, eieren, zuivel, zaden .... 10-15 energieprocent
Bouwstof (spieren, hemoglobine, ...) en brandstof.

Slide 7 - Slide

Water
Water (1,5-2 liter per dag)


Bouwstof, transportmiddel, warmtebuffer


Slide 8 - Slide

Mineralen (zouten)
Bouwstof (kalk in je botten, Na+ en K+ voor zenuwcellen) 


Ca2+: melk, Na+ en K+: tarweproducten.

Spoorelementen: mineralen waar je maar weinig van nodig hebt (zoals zink)


Slide 9 - Slide

Vitaminen
Essentiele voedingsstoffen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt. BINAS 82A

Bij tekort ontstaat een gebreksziekte.

Verschillende voedingsmiddelen bevatten verschillende vitaminen


Slide 10 - Slide

Voedingsvezels
Onverteerbare delen van plantaardig voedsel zoals cellulose, pectine (koolhydraten).

Bevorderen de darmperistaltiek, maakt de ontlasting soepel.
Tekort zorgt voor obstipatie.
Groente/ fruit/ (volkoren) graanproducten


Slide 11 - Slide

Evenwichtige voeding
Hoeveelheid:
Plm 10.000kJ per dag (waarom kJoule en niet kcal?).

Afhankelijk van:
Leeftijd, geslacht, inspanning, persoonlijke omstandigheden

Slide 12 - Slide

Evenwichtige voeding
Teveel?

Obesitas: overgewicht met gezondheidsrisico's
BMI: gewicht/ (lengte)2

Genetische component (genen die de vetcellen aansturen, die in de hersenen het hongergevoel beinvloeden)

Slide 13 - Slide

Evenwichtige voeding
Samenstelling:
Voedingsstoffen: ADH: aanbevolen dagelijke hoeveelheid Additieven: ADI: aanvaardbare dagelijkse inname

Slide 14 - Slide

Voedselallergie/ voedselintolerantie
Voedselallergie:
Je immuunsysteem reageert op een bepaald voedingsmiddel (pinda/ koemelk/ eieren)



Slide 15 - Slide

Voedselallergie/ voedselintollerantie
Voedselintolerantie:
Je bent niet in staat een bepaalde voedingsstof af te breken (je mist een enzym) waardoor deze voedingsstof (of het ontbreken van het verteringsproduct) een negatief effect op je lichaam heeft (lactose/ gluten/ pinda/ noten/ schaaldieren/ fructose)


Slide 16 - Slide

Wat is koemelkallergie?
Je mag op internet kijken

Slide 17 - Open question

Wat is lactose-intolerantie?
Je mag op internet kijken

Slide 18 - Open question

Doel 10.1
Je hebt geleerd welke voedingsstoffen er zijn
Je hebt geleerd wat de rol van je darmflora is
Je hebt geleerd hoe genen en je voedsel jou beïnvloeden


Slide 19 - Slide

Begrippen 10.1
darmflora, probiotica, prebiotica, hygiëne, voedingsstoffen, koolhydraten, receptoreiwit, vetten, eiwitten, water, mineralen, spoorelementen, vitaminen, gebreksziekten, voedingsvezels, ADH, obesitas, allel, additieven, ADI, voedselallergie

Slide 20 - Slide

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default B).
Maak de opdrachten van 10.1 
4 t/m 7


Slide 21 - Slide